Wanneer je als Nederlandse band te zien bent in 'De Wereld Draait Door' en je Pinkpop mag openen, is een kleine hype niet veraf. Toch opmerkelijk, want hoewel we het succes van pakweg Dewolff nog wel kunnen begrijpen, is Sungrazer minder toegankelijke muziek. Niet dat deze met keyboards overladen bluesrock waar onze Noorderburen zo bezeten door zijn meteen in hun top 40 zal belanden, maar het vraagt toch net wat minder gewenning dan de stonerrock die Sungrazer eruit perst. En wees gerust: wanneer wij stoner zeggen bedoelen we ook échte stoner, niet opnieuw zo'n versimpelde, artificiële Queens of the Stone Age-band zoals we ze tegenwoordig wel vaker zien.
Sungrazer doet vooral sterk denken aan die andere stonerband die onder het dak van Elektrohasch Records leeft: Colour Haze. Verwacht daarbij de typische ruige uitbarstingen die synoniem staan voor het genre, maar ook fijnere, psychedelische trips die het album een zekere dynamiek geven. Het varieert tussen pure adrenalinerock en heerlijke wegdroommuziek; we zouden bijna de vergelijking met Kyuss' ‘Welcome to Sky Valley' durven maken. Dat is geen oppervlakkig gegeven compliment als u weet dat dit in onze oren nog steeds het beste stoneralbum aller tijden is.
Tijdens de rustigere momenten hoor je het vakmanschap van dit trio nog het best. 'Somo' is een heerlijk opgebouwd stukje bluesrock waar subtiele psychedelische effecten aan toegevoegd werden. Het doet denken aan 'Space Cadet' op ‘Welcome to Sky Valley': deze kant van het genre klinkt altijd alsof het geschreven werd met behulp van allerhande verdovende middelen (en face it: het zijn nu eenmaal Hollanders), maar zelden werd dat effect zo sterk op de luisteraar geprojecteerd. Na vijf minuten opbouw wordt die rust echter vakkundig van tafel geveegd om plaats te maken voor heerlijk rauwe desert rock.
En tijdens die wildere escapades ontbindt Sungrazer al zijn duivels om de luisteraar volledig weg te blazen. De gitaren worden heerlijk laag gestemd, terwijl de ene na de andere typische stonerriff voorbij vliegt. Inventief? Mwa, dat is wel het laatste dat je kan zeggen. Maar wanneer clichés zo heerlijk gehanteerd worden als hier het geval is, kan het ons in feite maar weinig schelen of we het al eens eerder gehoord hebben. Verder is de bas heerlijk fuzzy en worden de cimbalen hevig mishandeld, al ware het een reporter op een drukbevolkt Tahrirplein. Als het losgaat, gaat het écht los en liefhebbers van stevige rock zullen hun luchtgitaar niet kunnen stilhouden.
En de combinatie van die ingrediënten zorgt voor een sound die authenticiteit uitstraalt. Stonerrock is hoe langer hoe extremer aan het worden, waar de bas dan wel luid, maar ook overgeproduceerd klinkt. Sungrazer klinkt daarentegen exact zoals stoner in de jaren ‘90 klonk, en alleen daarom al is dit een sterk debuut. Maar ook onder die nostalgische klanken blijkt ook talent bij deze muzikanten te schuilen; de uitgesponnen jams blijven interessant en de heren spelen zelfs een korte jazz-intermezzo zonder dat het ook maar een beetje geforceerd klinkt. Het is geen overweldigend originele muziek, maar weet de conventies van het genre wel perfect in haar voordeel te gebruiken om een portie pure, authentieke en zéér genietbare stonerrock af te leveren.
Geschreven voor Digg.be