Nu klopt de setlist wel.
Op heel veel websites staat deze plaat als tweede plaat aangemerkt, maar het is het debuut.
Het komt, omdat de eerste en twee plaat in één jaar zijn verschenen. Dan kiezen veel sites voor een alfabetische volgorde en is de volgorde omgedraaid, maar soit.
Sea Level staat voor C. Leavell, en dat is de bandleider. Chuck Leavell en Lamar Williams en Jaimoe kwamen vers uit The Allman Brothers terwijl Gregg Allman met Cher aan de haal ging.
Sea Level pakt de fusion-draad van The Allman Brothers op en mixt instrumenale jazzrock, rootsrock, southern rock en boogie tot een mooi eclectisch geheel.
Hier is de band nog een kwartet (met gitarist Jimmy Nalls), maar zal op latere platen tot een sextet of zelfs een octet uitgroeien.
Een prachtige plaat, wat eigenlijk als het creatieve hoogtepunt van de afzonderlijke bandleden kan worden gezien. Leavell wordt na het Sea Level-avontuur een Rolling Stone en Jaimoe keert terug naar de Allmans.
Leavell schrijft veel voor deze plaat en neemt ook de leadzang voor zijn rekening, en dat doet hij niet onverdienstelijk.
Scarborough Fair is een jazzrock-bewerking van de door Paul Simon gearrangeerde traditional. Alleen deze song is het luisteren van deze plaat de moeite waard.
Maar het door Neil Larsen gepende Grand Larceny is helemaal subliem. Een jazzrock-knaller van jewelste.
Een jazzrockplaat die niet snel opvalt, omdat het uitgebracht is op een southern rock-label en omdat de bandleden allemaal uit de rockscene komen. Maar aan deze plaat kunnen Santana en Steely Dan nog een lesje leren.
Ik kan deze zeker aanbevelen, evenals de opvolger Cats on the Coast.