Een erg grote naam heeft Reks niet in de hiphopwereld, maar dankzij zijn debuutalbum Along Came The Chosen (2001) heeft hij wel mogen toeren met onder anderen Ghostface Killah, Rakim, Big Daddy Kane en zijn idool KRS-One. In de tijd tussen zijn debuut en de opvolger, Grey Hairs, heeft Reks een aardig netwerk van contacten opgebouwd. Zo leveren DJ Premier en Large Professor beiden een beat en komen gastoptredens van onder meer Lil’ Fame, Big Shug en Termanology. De producer Statik Selektah, die op Reks debuut ook al een beat leverde, is het prominentst aanwezig.
De stempel die Statik Selektah op het album Grey Hairs drukt, weegt echter niet al te zwaar. Dat hij de helft van de producties op zijn naam zet, zorgt voor een eensgezind geluid, omdat Statik vooral bedreven is in het authentiek laten klinken van beats. Tel daarbij de beats van veteranen die graag trouw blijven aan het oude hiphopgevoel op en je hebt een vers en ouderwets klinkend album in handen.
Want ook Reks lijkt graag een beetje in het verleden te leven. Neem bijvoorbeeld All In One (5 Mics), waar hij met behulp van de immer onbeholpen schreeuwende Lil’ Fame (die van M.O.P.) een aantal legendes laat herleven. Zo rapt hij stukjes in de stijl van Big Pun, Big L, The Notorious B.I.G. en 2pac. De ode aan de overleden grootmachten is aardig bedoeld, maar kan toch niet echt imponeren, omdat Reks duidelijk het charisma en de swagger van zijn idolen mist.
Hij komt beter uit de verf als hij zichzelf begint te prijzen, vertelt over zijn leven, of af en toe een kritische noot over de maatschappij of politiek laat vallen. Dat brengt hij in de praktijk op Say Goodnight, met een fijne en vervaarlijk klinkende beat van DJ Premier. Dit is samen met de fanatiek gerapte titeltrack, waar het album mee geopend wordt, een van de betere nummers.
Dat Grey Hairs oude tijden op een overwegend positieve manier doet herleven, is mede te danken aan het frisse scratchwerk en de leuke stemsamples van belangrijke figuren uit de laatste hiphopjaren. Het grappige is dat de meeste hergebruikte zinsnedes van redelijk recente tracks zijn genomen, in plaats van dat de quotes uit lang vervlogen tijden dateren. Dat zorgt, in samenwerking met de wat ouderswetse – op de juiste manier: dus niet té kaal en simpel, maar vooral ook niet te ‘gemaakt’ en overdreven – beats, voor een portie hiphop die lekker op de maag ligt.
Maar Reks is geen persoon die exclusieve hapjes serveert, hij houdt zijn hiphop het liefst zo dicht mogelijk bij de basis. Zo heeft hij het meestal over het leven op de straat, zijn eigen muzikale kwaliteiten of zijn levensopvattingen. Dat heeft als resultaat dat hij geloofwaardig overkomt en zichzelf ook niet voorbij streeft. Je krabt jezelf dan ook maar zelden achter de oren bij het luisteren naar Grey Hairs.
Maar die soort gereserveerdheid, het achterwege houden van al te gewaagde dingen, heeft ook als resultaat dat de plaat weinig hoogtepunten kent. Er zijn gelukkig ook geen noemenswaardige dalen, maar een lange reis over vlak landschap gaat op den duur toch vervelen. En zo is een twintigtal Reks-tracks op een plaat toch wel een erg grote dosis.
Natuurlijk, zijn stem klinkt op een fijne manier venijnig, de beatkeuze is prettig, het ligt allemaal lekker in het gehoor én de teksten mogen er wezen, maar toch weet Reks niet voortdurend te boeien. Het is pijnlijk te constateren, maar Reks heeft zich simpelweg teveel in het zweet gewerkt om deze plaat tot een echt succes te maken. Had hij iets beter gefilterd, dan had hij wellicht met een neo-klassieker kunnen komen. Nu blijft het voor Reks helaas bij ‘slechts’ een welkome onderbreking tussen alle platen die iets nieuws zouden toevoegen aan de hiphop die al bestond.
Of lees de review
hier