Anno 1990 was het door artiesten als Ice-T, N.W.A. en The Geto Boys vrij baan voor een nieuwe generatie gangsterrapacts. Een daarvan was Above The Law, dat eigenlijk bij voorbaat al niet kon floppen: niet alleen was gangsterrap immens populair geworden, ook had dit vierkoppige collectief de steun van producer Dr. Dre en Eazy-E’s label Ruthless, waar debuutplaat Livin’ Like Hustlers dan ook uitkwam.
Livin’ Like Hustlers is bij verschijning overwegend positief ontvangen en ging vervolgens snel platina, maar is vandaag de dag door velen toch vergeten. Zonde, want de beats, gemaakt door Dr. Dre, A.T.L. en Laylaw, zijn stuk voor stuk pareltjes. Neem opener Murder Rap, waar een snoeiharde G-Funk-bass continu uit de speakers knalt en een ongelofelijke kracht uitademt. Aan de rappers van Above The Law om de klus verder te klaren, een kans die zelfs de meest neutrale rapper waarschijnlijk niet onbenut zou laten. Het resultaat: een fijn gangsterrapnummer pur sang.
Hoe Above The Law hier optreedt, typeert de rol van de raps van de groep, voornamelijk afkomstig van Cold 187um en KMG The Illustrator: de rappers storen nergens, ze kleden de muziek zelfs leuk aan, maar ze staan geen seconde op zichzelf. Inhoudelijk gaat het – zoals bij eigenlijk elke Ruthless-release – vooral over het eigen kunnen en de stoerheid van de eigen kliek. Alle leden (Cold 187um, KMG The Illustrator, Go Mack en DJ Total K-Oss) zijn hustlers, vormen een gevaar voor onze samenleving en hebben wel kaas van het criminele leven gegeten.
Standaardteksten van weinig stralende rappers, die omschrijving klinkt niet bepaald als reclame voor Livin’ Like Hustlers. Toch is het zeker een zeldzaam en sterk album. Het geheel is volkomen pretentieloos, bevat een heerlijke, energieke vibe en daarbovenop heeft de plaat een perfecte tracklist: tien rauwe straatnummers die elkaar in rap tempo opvolgen zonder enige poespas eromheen. En als er dan productioneel een constant hoog niveau wordt gehaald en er per pakweg drie nummers een geweldige banger om de hoek komt kijken, resulteert het in een luisterplezier van jewelste. Naast Murder Rap is Menace To Society zo’n uitstekend nummer, dat ondanks de tekstuele eenvoud (“Now it's time to go off, somebody got me pissed//So I'ma diss and twist till there's no one to deal with//I skeezed all the freaks in the place, that was the format//Then why you stopped? A sucker got ill and then I had to pull a gat”) door een fiere blazerspartij krachtig overeind blijft staan.
Net op het moment dat Livin’ Like Hustlers qua geluid in de herhaling dreigt te vallen, is er bij Ballin’ ineens een hoge vrouwensample als basis voor de beat en bij opvolger Freedom Of Speech een levendig, optimistisch pianomelodietje. Dat is wel even wat anders dan de scheutige bassen en dikke blazers waarop we de mannen van Above The Law tot dan toe hebben horen opereren. Als toegift doet N.W.A. (minus de al vertrokken Ice Cube) een duit in het zakje op het kwieke slotnummer The Last Song, waar een band het geheel met instrumenten van een verfijnd en vitaal geluid voorziet.
Dat geeft het vakmanschap van het team dat Above The Law omringt aan. De rappers van het kwartet zijn eigenlijk niets meer dan relatief goed presterende eenheidsworsten die weinig te vertellen hebben en die hun best moeten doen voor een zeventje. Dat hun debuutalbum Livin’ Like Hustlers toch meer dan dat is, komt door de hoge kwaliteit van de producties, die onder leiding van Dre op elke track een hoog niveau halen. Niet zo verwonderlijk is dan ook dat het andere werk van Above The Law dit debuutalbum niet meer heeft weten te evenaren, want zonder de expertise van Dre achter de knoppen en een sterk gastoptreden van N.W.A., blijft er ineens een stuk minder over van Livin’ Like Hustlers. Dat maakt ineens duidelijk wat er ondanks de eenvoud van de dienstdoende rappers voor zorgt dat Livin’ Like Hustlers zo’n overtuigend album is geworden.
Bron:
Hiphopleeft