1984 was een jaar met veel goede hardrockende en metalreleases. Daarbij deze "supergroep" HSAS met Sammy Hagar en Neal Schon plus op bas en drums voor mij twee onbekenden. De gitaarversie van het oorspronkelijke orgelnummer
A Whiter Shade of Pale hoorde ik op de radio voorbijkomen en beviel goed.
Met interesse bekeek ik
Through the Fire in een platenzaak nabij een NS-station, wachtend op mijn trein. Aanschaf durfde ik echter niet aan. De concurrentie was dat jaar immers
weer groot.
Was dat wegleggen verstandig? Toch wel. Enerzijds is Hagars gouden strotje passend bij de klaterende solowatervallen van Schon. De productie is wollig maar ook vol, helemaal okay.
Het songmateriaal (geschreven door de eerste twee letters uit de groepsnaam) varieert van 'wel lekker' (
Top of the Rock en
Missing You) via 'komt niet op gang' (
Animation) naar briljant (aparte harmonieën en melodie in
Valley of Kings/Giza).
Kant 2. De cover (bij ons geen hit, in de VS bescheiden
#94 in mei) gaat na drie keer draaien vervelen en de volgende twee grijpen me nooit bij de lurven, al zijn ze niet onaardig. In slotnummer
My Home Town hoor ik voor het eerst publiek (immers live opgenomen album met overdubs) en eindelijk rockt het voluit.
Dat Schon en drummer Michael Shrieve elkaar kenden uit hun dagen bij Santana is een leuk weetje, maar liever hoorde ik de Sammy Hagar van die dagen solo. Gelukkig was daar spoedig
VOA; dat de red rocker vervolgens bij Van Halen zou belanden, lag was nog in een verhulde toekomst, net als Schons toetreding tot volgende supergroep Bad English.
Dit was HSAS' enige album, maar op YouTube staat dankzij de Neal Schon fanpage een
concert inclusief non-albumnummers. Bij
Valley of Kings/Giza uitleg van
fan ScottKinn over Schons gitaarsynthesizer, leuk voor de liefhebber.