Is dit nu wel serieuze muziek, vroeg ik me laatst ineens af. TBJM lijkt op deze plaat een parodie op een rock 'n' rollband. Alles aan Take It From the Man! zet je namelijk op het verkeerde been. Dat begint al met de hoes. Grote Britse vlag, Amerikaanse band. Wat moeten we daar nou weer mee?
Plaat erin. Wat blijkt: de helft is al bekend. Als de Rolling Stones niet al te zeer in de buurt zijn, verzorgt de band wel een soort van remake van Should I Stay or Should I Go (Oh Lord) of Space Oddity (Since I Was Six). Schaamteloos leentjebuur spelen. Zou verboden moeten worden.
Deze plaat is in alles de underdog, niet alleen omdat ie zo bij elkaar gejat is. Het klinkt wat gammel, lijkt overal op, is om geheel onduidelijke redenen ergens in de jaren 90 geland en duurt ook inderdaad eigenlijk veel te lang. Ze echt serieus nemen lukt me nog steeds niet. Geweldige muzikanten? Nee. Zelfs een gitaar stemmen is al te veel gevraagd, want het intro van Monster klinkt valser dan mijn kat miauwt als ze een half uur verontwaardigd op haar eten heeft zitten wachten.
Veel positiefs heb ik nog niet gemeld hier, maar hij krijgt wel de volle mep. 5 sterren. Een toptiennotering, voor wat het waard is. Waarom dan? Dit lijkt op alles, behalve een vervelende coverband die je naar aanleiding van het bovenstaande zou verwachten. TBJM straalt namelijk een enorm geloofwaardige schijt-aan-allesmentaliteit uit die al die referenties uit de jaren 60 en 70 toch net niet helemaal over het voetlicht weten te brengen.
Vraag me niet hoe of waarom, maar ik ben eruit. Die pretenties van The Rolling Stones, dat serieuze gedoe... Weg ermee! Hier is The Brian Jonestown Massacre! Eigenlijk kunnen ze er niet veel van, maar daarmee hebben ze wel Stones, Bowie én The Clash in een beweging tot in de perfectie geïmperfectioneerd. Ofzo.