Woodpigeon bracht dit jaar hun tweede album uit. Songbook, hun eerste, kreeg een re-release met een door elkaar gegooide tracklist plus bonusnummer en een nieuwe hoes (terecht: want die nieuwe hoes vind ik mooier).
Zelf hoorde ik dit album eerder dan hun debuut die daar snel achteraan volgde en dan begrijpt u hem al: dan moet Treasury Library Canada bevallen zijn.
Jazeker: ongelooflijk charmante pop-folk liedjes, een beetje barokke kamerfolk (I Live a Lot of Places is daar en goed voorbeeld van met dat strijkers-intro) en de vergelijkingen met Sufjan Stevens werden door de critici al snel uit de kast getrokken. Ook Arcade Fire heb ik voorbij zien komen. Zelf hoor ik dat er niet helemaal in: waar Stevens met dikke klodders en in felle kleuren zijn doek volspettert daar gebruikt Woodpigeon waterverf en houdt het heel bescheiden. Ik bedoel dat niet lullig: deze muziek kent wel degelijk het sprankelende, lente-frisse geluid dat meer bandjes hebben maar er spreekt ook iets bescheidends in. Soms een beetje het zijdezachte van een Belle & Sebastian en die vergelijking is denk ik de beste mede doordat de band zelf ook aangeeft dat B&S een inspiratiebron voor ze is.
Al met al ben ik zeer te spreken over dit album (en ook zijn voorganger) en daarmee is weer een bandje dat in de gaten gehouden moet worden.
Dit soort muziek doet me mijmeren naar de lente en weet me daardoor wel op de been te houden deze winter: zacht bubbelend glijden we richting de eerste groene grassprietjes en dartelende lammetjes de winterkou achterlatend.................zucht......nog even volhouden dus en tot die tijd zorgen dat Woodpigeon me gezelschap houdt.