Ik beluisterde dit album voor het RYM top-250 review topic – anno augustus 2022 was dit RYM #204
Van
Post heb de cd al zeker 15 jaar in de kast staan, na deze ooit voor iets van twee pond in een Londens cd-winkeltje te hebben opgepikt. Volgens mij stonden er wel 6 exemplaren: alsof iedereen rond uitkomen massaal de plaat had aangeschaft, en hij tien jaar later even zo massaal weer de deur uit werd gedaan. Met zijn mooie hoes en met Björks bijzondere discografie in het acherhoofd kon ik die natuurlijk niet laten staan. Desondanks is het nooit een grote Björk-favoriet van me geweest. Zich begevend midden tussen de eenvoud van
Debut, de grootsheid van
Homogenic en de intimiteit van
Vespertine is hij voor mij altijd een beetje tussen wal en schip gevallen. Ik heb het meer gezien als plaat waar uitschieters 'Hyperballad' en 'Isobel' linea recta naar de playlist konden en de rest evenzo direct de kast in, al was het maar om niet elke keer het vreselijke 'It's Oh So Quiet' te hoeven aanhoren. En waar ik eerdergenoemd tweetal nog tientallen keren heb gehoord afgelopen jaren, realiseer ik me dat ik 'Post' al zeker 10 jaar de kast niet uitgekomen was. Björk blijft relevant ondertussen, met recent nog een veelbesproken nieuwe plaat, dus leuk om deze weer eens in de herkansing te doen.
Al binnen een minuut realiseer ik me waarom de klik met
Post al die tijd uitgebleven is. 'Army of Me' heeft een inmiddels, maar ik denk zelfs in 2005 al, wel erg gedateerde '90s productie. Alsof Liam Howlett aan de knoppen zit. Op zich geen verkeerde track, maar wel een erg duidelijk document van de tijd, inclusief alle bijbehorende cliches, zoals de schurende semi-ongepolijste maar niet-echt-ruwe mechanische beats en de Drexciyaanse pressure-release onderwatergeluidjes. Hoewel het tof is dat Björk als een van de eerste 'grote' artiesten de elektronica van die tijd omarmt en integreert in haar eigen universum, is het anno 2022 grotendeels wel erg koddig. Autechre kwam in het jaar van
Post met
Tri Repetae, en als je die twee naast elkaar legt is het verschil in tijdloosheid van de gebakken electronica wel erg groot. Niettemin is het te prijzen dat Björk uberhaupt deze kant op ging waar velen in die tijd juist een beetje bleven hangen: ze was Madonna toch maar mooi een paar jaar voor. En waar dat goed uitpakt, pakt het ook direct geweldig uit: ‘Hyperballad’ blijft een prachtig klein monument, met een meer ineengrijpende symbiose van Björk en haar beats dan elders op de plaat. De enige track bovendien die in haar eerste 3 minuten een voorschot neemt op het latere meesterwerk dat
Vespertine zou blijken. Op de beats in het tweede deel zit weliswaar nogal wat sleet, maar de track is krachtig genoeg om dat goed te kunnen hebben.
Post lift wel erg nadrukkelijk mee op drie verschillende electronica-hypes uit die tijd: de triphop van Massive Attack en Tricky (‘Isobel’, ‘The Modern Things), het licht abstractere werk van dingen als The Orb en Orbital (‘Possibly Maybe’, ‘I Miss You’), en de rock-crossover sound van The Prodigy en Leftfield (‘Army of Me’) . Als ik alles uitvlak dat nadrukkelijk naar een van die drie hoeken hint, blijft er niet zo heel veel over. Waar
Vespertine geweldig intiem is met een minutieus in de muziek geïntegreerde Bjork, is
Post voor mij iets te uitgedacht en modegevoelig, waarbij de vocalen niet in maar bovenop de vakkundige maar vaak ook erg '90s electronica stereotype producties liggen.
Ik kan me goed voorstellen dat dit in 1995 het symbiotische summum van de elektronische pop geweest moet zijn en kan me de grootse status van Bjork ten gevolge van een album als dit goed voorstellen. Er wordt veel gewicht in de schaal gelegd en verre van terughoudend te werk gegaan. Het is wel cool dat een album met een aparte en gedurfde aanpak zo'n groot publiek gevonden heeft, maar het is lang niet allemaal even sterk en tijdloos al helemaal niet.
Post is me iets te bedacht en gekunsteld om echt van te genieten. Toch luistert de plaat heel makkelijk en zit hij gestroomlijnd in elkaar.
3.25*