Doordat de grote hitmachine genaamd Motown niet alleen in de jaren zestig, maar tevens in de jaren zeventig grote successen bleef verwerven, zou je haast vergeten dat er nog veel meer moois uit het toen welvarende Detroit, Michigan zou komen. Neem bijvoorbeeld het werk dat is opgenomen op het Hot Wax-label en het Invictus-label, beide van ex-Motown medewerkers Holland-Dozier-Holland, en zo ook dit album van Chairmen of The Board. Vreemd genoeg wisten Holland-Dozier-Holland, ondanks hun talent voor het maken van hits, nooit hun -inmiddels- concurrerende label Motown te verslaan. Zowel op gebied van hitnoteringen als verkoopcijfersgewijs. Of het terecht is dat Motown alle roem vergaarde en Invictus in de schaduw stond en maar weinig bekendheid kreeg, valt te betwisten.
De leadzanger van Chairmen of the Board, General Johnson, werkte voorheen samen met Greg Perry, maar die werd met terugwerkende kracht voor dit album ingeruild door Jeffrey Bowen. De man van Bonnie Pointer (één van de Pointer Sisters), vulde de lege plek op en was verantwoordelijk voor de drastische wijziging qua geluid ten opzichte van het eerdere werk van Chairmen of the Board. Grappig is dat dit album fysiek het levenslicht zag ergens in 1974 terwijl het materiaal omstreeks 1972 al op de planken lag te vergaren. Dat terwijl Chairmen of the Board al geruime tijd waren vertrokken bij het label én naar het schijnt zelfs (al) uit elkaar waren om zich ergens in de jaren tachtig weer te hervormen, maar dan in een andere formatie. Het bleef echter bij optreden, nieuw materiaal is nooit verschenen.
Dat deze plaat door Jeffrey Bowen, Bernie Worrell, Eddie Hazel en co. later pas onder handen werd genomen zorgde voor het fraaie en een vernieuwend eindresultaat. Skin I’m in is zo’n album die van begin tot eind spannend blijft. Het echte pareltje wordt keurig voor het laatst bewaard. Finders keepers (losers weepers) is natuurlijk vaker gedaan (van wie de originele versie is, weet ik overigens niet), maar deze versie overtreft met gemak alle andere versies. Maar eigenlijk is alles mooi. Neem bijvoorbeeld de titeltrack, met een fantastische diepe groove en een evenzo fantastische songtekst. “It’s so hard to win, in the skin I’m in.” Dit soort statements werden toentertijd natuurlijk veel gemaakt door Afro-Amerikanen, maar dit was realiteit. Dit is wat er speelde! Uptempo nummers worden proper afgewisseld met hier en daar bescheiden en ingetogen ballads die nog doen denken aan de “oude” Chairmen of the Board, maar het zijn toch echt de bombastische nummers die staan als een huis.
Ondertussen valt het niet meer te betwisten: het is zeker niet terecht dat Motown alle roem vergaarde. Neem Skin I’m in maar als voorbeeld of maatstaf. En zeg nou zelf, die hoesfoto is toch ook prachtig?