Dit album zit zo vanzelfsprekend goed in elkaar waardoor het haast lijkt alsof er een vreemd kant-en-klaar recept van toepassing op is geweest.
Hoe zou zo'n formule er eigenlijk uitzien? Het hoofdingrediënt is natuurlijk een tijdloze klassieker waar zelfs niet-Jazzliefhebbers mee weglopen als stevige basis. Daar voegen we twee theelepels smaakessentie bij die moeiteloos met de ene geweldige solo na de ander de smaakpapillen op hol doen slaan. Essentiëel zijn verder natuurlijk wat peper, zout en een scheutje olijflie. Om het geheel op te vullen ronden we af met een combinatie van vierkruidenmix en room om het gewenste volume te bereiken. Dan rest ons enkel nog als laatste detail de oven op de juiste stand zetten: namelijk die van authenticiteit, anders zit je met gebakken lucht als resultaat en daar is eigenlijk niemand mee geholpen. Zo eenvoudig allemaal
Terug naar dit album dat toch alle eer verdient die het toekomt: het loopt als een funky, bluesy, soulvolle trein en wat maken Lee Morgen en Joe Henderson er toch een energiek Bop-feest van: geen tijd voor zelfs de lichtste vorm van melancholie maar swing! Toch moet ik bekennen dat ondanks hoe aangenaam en fijnklinkend dit album is, het kwartje pas vreemd genoeg viel na enkele bijkomende luisterbeurten. Naast al de aardige composities springt voornamelijk het geweldige blaaswerk van Morgan en Henderson in het oog, met name die trompetsolo aan het eind van
Totem Pole is er eentje om in te lijsten! Als je dan speelse Bop wil brengen, doe het dan zoals deze heren aub.
