In de jaren '90 en '00 kon je voor een prikkie (een gulden, later een euro) op vinyl diverse verzamelaars met muziek van de eerste vier Quo's kopen, de periode dat de band nog onder contract bij Decca stond. Op Koninginnedag en Bevrijdingsdag verzamelde ik zo één en ander, waarbij diverse liedjes ook dubbel in de kast belandden. De kiem was al begin jaren '80 gelegd, toen ik
deze verzamelaar uit de fonotheek leende.
Heb
Ma Kelly's Greasy Spoon sinds anderhalf jaar op vinyl, van een collega die zijn collectie wegdeed. Zo kwamen de liedjes dan toch samen zoals het ooit bedoeld was. De plaat heeft een heerlijke hoes: de voorzijde lekker fout en humoristisch, op de achterzijde een warrig verhaaltje in poëzievorm, alweer die knipoog. De vorige elpee was ongenadig geflopt, toch straalt de band hier met deze prettige onzin zelfverzekerdheid uit.
Zoals
Rinus in 2008 treffend beschreef, hoor je precies wat er gebeurt. Alsof je in een café zit met een klein podium, waar een energieke band uit z'n dak staat te gaan. De slaggitaar van Rick Parfitt smeert hier nog niet de boel dicht, zoals vanaf
Piledriver het geval zou zijn. Dat vond ik vroeger jammer, want harder was beter. Nu vind ik de ruimte die hierdoor ontstaat juist heel aangenaam.
Anderen noemden dit al een overgangsplaat. Eén been in de jaren '60: het orgeltje van Roy Lynes (heerlijk!) en het ruimte-effect op de stem van Francis Rossi, zoals in
Daughter. Het andere been staat in de rock van de jaren '70, waarin zo nu en dan een boogiepiano opduikt, zoals in
Spinning Wheel Blues, gezegend met één van de kortste maar pakkendste intro's van de band ooit. Die openingslick, zóóóó raak!
Op die twee benen staat de band wijdbeens een fascinerende mix van twee tijdperken op te dienen, florerend in de transparante mix van John Schroeder. Een aardige vent die het goed met hen voorhad, vertelt Rossi in zijn biografie
I Talk Too Much. Ook vertelt hij dat ze blij waren gewone straatkleding te kunnen dragen in plaats van podiumpakjes. Die ontspannenheid hoor je.
Voeg daaraan toe dat ik de composities heel prettig vind en logischerwijs komt een score die mijzelf verbaast: huh, vind ik het echt zó goed?
De ballade
Everything kende ik als
B-kant van single Mean Girl en ben ik op latere leeftijd gaan waarderen met die cello erbij. Klein en mooi.
Junior's Wailing kende ik natuurlijk al van hun vermaarde liveplaat, maar deze ingetogener versie is op een andere manier fraai.
Shy Fly heeft een venijnige riff, jaren '60-refrein en -gitaargeluid en toch stevig; wat zou ik graag meemaken dat Quo dit pareltje weer in hun setlist opneemt...
Zwaardere rockers zijn
(April) Spring, Summer & Wednesdays,
Need Your Love en
Is It Really Me, met bovendien een versnelling naar
Gotta Go Home, waarna een humoristisch slot te horen is.
Op streaming ontdek ik hele leuke bonussen, alsof het een dertiende maand salaris is. Opvallend trouwens dat de BBC-dj hier al Rossi de leider van de band noemt. Dat klopte toen nog niet, maar waarschijnlijk voorzag hij de verre toekomst van "onze Quo".
Iemand die weet wie
Need Your Love in de bonustrackversie zingt? Dat is niet Lancaster, toch? Maar wie dan?