Dodecahedron is het resultaat van 6 jaar werk, en laat zich het best omschrijven als een doe-het-zelfalbum gemaakt vanuit de visie op zoek te gaan naar de grenzen van metal, of wellicht van muziek in het algemeen: hoe intensief kan je muziek maken? En wat doet dat met de luisteraar?
Dat doe-het-zelf in de vorige zin is makkelijk negatief uit te leggen. Zo is het niet bedoeld. De band heeft zo’n beetje alles in eigen huis gehouden. De muziek is vanaf 2006 geschreven door M. Nienhuis, de teksten zijn van zanger M. Eikenaar, die ook het artwork verzorgde. Daarnaast deed de band de productie van het album zelf. Uit de interviews die de bandleden hebben gegeven, blijkt dat de band op zoek is gegaan naar een geluid dat ze het album mee willen geven voor ze de studio ingingen, en dus vanuit die visie hebben gewerkt bij de opnames.
Kortom, over alles, zelfs de bandnaam, lijkt nagedacht te zijn.
Tot zover de ideeën en goede bedoelingen. Is het uiteindelijke product goed geworden?
Opener Allfather begint met een dissonante riff, dat vanaf de eerste seconden voor een beklemmende sfeer zorgt. Een sfeer die niet verdwijnt gedurende de rest van het album, en die ook nog even blijft hangen nadat het album is afgelopen. De muziek is hard, intens, en gelaagd. I, Chronocrator heeft een briljante break halverwege, die je het gevoel geeft in een put te vallen, verder en verder, kennelijk zonder ooit de bodem te bereiken. Als het nummer weer verder gaat, hoor je het gillen van de mensen die langs je heen vallen, naar nog diepere diepten. In Vanitas gaat het tempo een stuk omlaag. Het nummer is echter niet minder intens dan de vorige nummers, zich voortslepend tot de basdrum halverwege versnelt, maar blijft door de riffs en zang toch een traag gevoel houden.
Tussen de eerste 3 nummers en de View from Hverfelltrilogie staat Descending Jacob’s Ladder ingeklemd als een soort van intermezzo. De tekst in dit nummer is gesproken in plaats van gegrunt, over verschillende lagen geluiden. Het kostte me wat moeite mijn aandacht bij dit nummer te houden, maar qua sfeer is het wel erg de moeite waard.
View from Hverfell begint met het relatief rustige I: Head above the Heavens. Vergeleken met de andere nummers op het album is dit een eenvoudig te verteren nummer met een makkelijk in het oor liggende riff en een overzichtelijke drumpartij. Maar goed, dat is dus relatief. II: Inside Omnipotent Chaos begint met een versnelling. Tijdens III: A Traveller of the Seed of the Earth wordt het halverwege stil, waarna het album afsluit met een minutenlange eruptie van muzikaal geweld. Alsof je een lavadeeltje bent dat de atmosfeer ingeslingerd wordt. Zoals die titel van het nummer eigenlijk al zegt, eigenlijk.
Naar mijn mening is de band erin geslaagd een extreem intens album af te leveren. Missie geslaagd dus. Dodecahedron is geen makkelijk album geworden. Het kost tijd om het album te doorgronden, en met volle aandacht luisteren is belangrijk om mee te krijgen wat er eigenlijk allemaal gebeurt. Prima voor een avond met een koptelefoon op en verder niks. Niet geschikt voor in de trein of op de fiets. Zelfs na een flink aantal keren luisteren heb ik het idee dat er nog veel meer in dit album verborgen ligt dan ik heb gehoord.
Een klein minpunt van dit album is de productie. De muziek klinkt hier en daar niet als een organisch geheel, maar meer als verschillende instrumenten die op elkaar gestapeld zijn. Het geluid van het album is daarnaast(/daardoor?) een beetje kil en afstandelijk, dus het luisteren is niet meteen een groot plezier. Aan de andere kant, deze muziek is niet gemaakt om lekker in het gehoor te liggen. De beklemmende sfeer die overheerst, zou zonder deze productie niet mogelijk zijn geweest.
Dit Dodecahedron is, hoewel het jaar nog maar een paar maanden onderweg is, zonder twijfel materiaal voor in mijn jaarlijst. Voor ik deze tekst schreef, was ik van plan 4.5* te geven met een halve ster aftrek voor de productie, maar tijdens het schrijven is dat laatste bezwaar weggevallen. Dus blijft over:
4.5*