Ah, aan de hoeveelheid reacties zal dit de 'eerste' doorbraak wel zijn geweest. De band rondom Merchant (en wat mij betreft de gitaristen Robert Buck en John Lombardo, waarvan laatstgenoemde vanaf hier niet meer meedoet) rommelde al wat aan, en kwam per uitgebracht artefact iets dichter bij de gewenste bestemming.
The Wishing Chair was nog wel een artistieke plaat met veel, ik vind dat de echte popliedjes hier beter in elkaar zijn gedraaid, maar dat dit ten koste gaat van het intieme sfeertje. En het verschil het soort productie, toen van Joe Boyd, deed ook veel natuurlijk. Ik verwacht dat mijn mening over deze 'strakkere' productie hier bij de rest van de discografie ook zo zal zijn.
Er zijn invloeden van R.E.M. en Fleetwood Mac, maar de band heeft wel degelijk een eigen sound. Helaas zijn het de hits die het album bestaansrecht geven, maar de overige nummers, zeker achteraan het album, missen het karakter van de voorganger. Kan me zo voorstellen dat er wat overgebleven materiaal daarvan op deze plaat is gebruikt.
What's the Matter Here: ondanks het thema van kindermishandeling, lekker swingend en onbezorgd ingezongen door Merchant. Zo heb ik haar nog niet eerder gehoord.
Hey Jack Kerouac: Merchant heeft er een handje van om met geheven vingertje (wereld- en cultuur)problematiek humorloos te bezingen, maar dat werkt niet altijd voor mij. Ondanks de wat flauwe titel toch wel een goed nummer.
Like the Weather: een vrolijk midtempo-liedje over het weer ofzo? Lachen en dansen ondanks dat de regel naar beneden valt.
Cherry Tree: heldere herfstpop, zelfs met verstopt zo'n Kylie Monique-achtig keyboard-deuntje.
The Painted Desert: niet zo boeiend, denk dat het Boyd dit beter had kunnen overbrengen.
Don't Talk: hier laat de band het best zijn welke band ze waren, en hoe ze hun soms vreemde invalshoeken gebruiken om bijzondere popmuziek te maken. Mond houden dronkelap!
Peace Train: Nooit een Cat Stevens (nu Yusuf Islam)-fan geweest, en deze cover doet het ook totaal niet voor mij.
Later werd Yusuf Islam gecanceld want vrijheid van meningsuiting bestaat niet meer.
Gun Shy: lief keyboard-orgeltje, maar net als The Painted Desert had deze op de voorganger beter geklonken denk ik.
My Sister Rose: oef high-life-achtige taferelen met trompetjes. Niet mijn ding.
A Campfire Song: Stipe zingt mee, maar echt goed wordt dit nergens.
City of Angels: dit is meer hoe ik de band hoor; lekker melodramatisch en toch intiem, gebruik makend van ongebruikelijke en 'hangende' instrumenten.
Verdi Cries: pianoballad, mooie afsluiter, mede dankzij de folk-melodie, lieve zang van Merchant en begeleidende viool.