Deze week in het
52 essentiële klassiekers uit de pop/rock geschiedenis topic, een overzicht in wekelijkse etappes van de door De Morgen in 1999 gepubliceerde reeks
De Cultuurkenner. Uit die reeks de bij deze plaat verschenen tekst:
Al op haar eerste, titelloze plaat bracht Sonic Youth een mengeling van noise met dromerige, afwijkende gitaarstemmingen. De invloed van avant-gardische componisten zoals Glenn Branca en Rhys Chatham was duidelijk hoorbaar. Ten tijde van deze eerste mini-elpee bestond het new Yorkse kwartet uit de gitaristen Lee Ranaldo en Thurston Moore, de bassiste Kim Gordon en de drummer Richard Edson (deze laatste zou later plaats ruimen voor Bob Bert, maar de afgelopen dertien jaar zat Steve Shelley achter de drumkit). Al was hij dus maar even lid van de band, met zijn ongewone spel drukte Edson geregeld zijn stempel op deze plaat, wat onder meer in 'She Is Not Alone' en 'I Don't Want to Push It' tot uiting komt. Maar Sonic Youth staat natuurlijk geboekstaafd als een aparte gitaarband en dat blijkt zeer zeker uit dit schijfje. Ranaldo en Moore laten hun instrumenten contrasteren, ze behandelen ze op een wijze die onconventioneel is, met dito resultaten. De gitaarlijnen gaan dreigend crescendo of blijven bedriegelijk dromerig. Maar altijd is de sfeer onbehaagelijk, unheimlich. Vandaar wellicht ook dat de groep rond de periode van de opname van deze plaat haar naam soms nog als Sonik Youth spelt.
Sonic Youth duurt niet eens vijventwintig minuten, maar hierna zou de wereld nooit meer dezelfde zijn en zou de band uitgroeien tot een van de belangrijkste rockgroepen van over de grote plas.