Alweer een leuk album van Cher. Haar jaren ’70 werk (het eerste gedeelta althans) vind ik toch wel erg interessant. Ze heeft altijd popliedjes maar dan net met een ander randje, zo hebben de nummers op haar albums dan ook verschillende stijlen.
‘The way of love’ begint erg intgetogen en ontpopt zich halverwege tot een showbandachtig nummer en is gewoon een prima en droevig liedje. Het tweede nummer, de titeltrack, ‘Gypsies, tramps and thieves’ is het hoogtepunt, zo’n pakkend nummer met een leuke tekst en arrangement dat bijna veertig (!) jaar na dato gewoon nog erg leuk klinkt. Net zo leuk als die andere verhaalvertellende liedjes als ‘Dark lady’ en ‘Half-breed’. Zeker één van Cher’s leukste nummers ooit. ‘He’ll never know’ is wederom erg droevig, ingetogen maar toch enigszins bombastisch. ‘Fire and rain’ is een luchtig popliedje waar ook niets mis mee is en datzelfde geldt voor ‘When you found out where you’re goin’.
De cover ‘He ain’t heavy, he’s my brothers’ is na ‘Gypsies, tramps and thieves’ het tweede echte hoogtepunt op het album. Erg mooi gearrangeerd en met bezieling gezongen. ‘I hate to sleep alone’ weergeeft op de een of andere manier een echt 60s gevoel weer en valt wat buiten de rest van dit album maar vormt zeker een aangename afwisseling. ‘I’m in the middle’, ‘Touch and go’ en ‘One honest man’ zijn ook allemaal leuke popliedjes alhoewel het geen hoogvliegers zijn.
Het enige echte nummer dat echt geweldig is, is ‘Gypsies, tramps and thieves’. Alle andere nummers zijn gewoon leuk maar jammerlijk niet echt memorabel, alhoewel ‘He ain’t heavy, he’s my brothers’ daar wel een uitzondering op vormt. Op zich een best eenvoudig album met een minimale productie die van tijd tot tijd gewoon plezierig is om naar te luisteren.