Niet onverdeeld tevreden met dit plaatje. Ik vind ze te lang voor de weinige variatie die er maar inzit. Als je een volledige schijf wil vullen, moet je echt sterker uit de hoek komen. Dat andere lied van 78 minuten waarbij Pete betrokken is, doet het wat mij betreft, een pak beter (Transatlantic - The Whirlwind)
Met enige vertraging (wegens geschreven in maart) mijn recensie voor iO Pages:
Edison’s Children zijn in deze incarnatie Pete Trewavas, bassist/zanger bij Marillion en Transatlantic en de minder bekende Eric Blackwood. Eindigheid lijkt hun mantra: de eersteling heette In The Last Waking Moments en op de opvolger vind je nummers als The Fading, Final Breath en Music For The End Credits Of An Existence (prachtige titel, mooiste song van de plaat). The Final Breath Before November laat zich kenmerken door elegante dromerigheid. Als het al mogelijk is om dit te labelen, dan doen Trewavas (hier ook als zanger en op gitaar, synthesizers en programming) en Blackwood hun best om het hokjesdenken op te heffen, al is het etiket “neoprog” nooit ver weg. Men krijgt drie (!) helder geproduceerde songs voorgeschoteld, waarvan Silhouette maar liefst 67 minuten duurt (onderverdeeld in 13 stukken) en wordt gedragen door ettelijke lagen keyboards. De trip kabbelt voort als één lang lied in een trage 6/8 maat en is compositorisch zeer ambitieus (de overgang tussen de nummers gaat meestal onopgemerkt aan je voorbij).
Na drie kwartier wordt met The Second Coming Of The Morphlux een meer down-to-earth sfeer in een ander ritme neergezet, die sterk afsteekt tegenover wat daarvoor kwam. Die ommekeer kwam geen seconde te vroeg, want ik vroeg me al een aantal keren af waar men soms naartoe wil. Het volgende deel herneemt dan weer de initiële melodieën, een verrassend aangenaam reisje terug naar af, waarna sluitstuk The Clock Strikes November dat aparte deuntje nog eens herneemt – een ietwat vreemd einde. De drumpatronen van Henry Rogers (Touchstone, DeeExpus) mogen ook wel wat dynamischer.
Men tracht een orkestrale “luisterfilm” te creëren over onderwerpen als verlies, machteloosheid, dromen, bedrog en het hiernamaals, maar het gevaar om zichzelf te herhalen schuilt om de hoek. Blackwood heeft een specifiek stemtimbre (Nick Barrett meets Nad Sylvan meets Peter Hammill) en hij komt soms over the top tot huilerig over – dat kan soms een beetje té zijn. Maar er zijn evenzeer oprecht mooie, emotionele zangmomenten.
Invloeden die over de hele lijn voorbijflitsen zijn Pink Floyd, Pendragon in de jaren ’90, de gemiddelde IQ-plaat, Porcupine Tree (The Sky Moves Sideways) en het enigszins te verwachten Marillion, maar leg het korte What Did You Want op en je krijgt een hardrockende pletwals over je heen. Straf werkje heren, maar 79 minuten is echt te lang en dat gaat ten koste van het terechte enthousiasme waarmee je aan de schijf begint.