Met de nodige voorzichtigheid heb ik dit album afgelopen week meegenomen op mijn dagelijkse autoritten 'voor de zaak' en zo weer meermalen beluisterd. Het exemplaar dat ik bezit is namelijk een 'target-CD', uit 1983 en de goudkleurige schijf in het zware (nog onbeschadigde) doosje zet geluidstechnisch nog altijd de standaard voor het beste CD geluid dat je kunt wensen. Ook om die reden ben ik aardig verknocht geraakt aan het plaatje dat al ruim 30 jaar in m'n kast staat.
Nu is dat allemaal weinig interessant als het album, zoals sommigen tot velen vinden, een saaie bedoening is. Slap zwijmelend geneuzel van een zanger met een te hoge stem die in soft rock doet. Daar aangekomen komt opnieuw een stukje verweer in mij naar boven. Soft rock, oké, daar valt mee te leven en het klopt vrij aardig. Al luisterend ben ik nog steeds best onder de indruk van de kwaliteiten. Niet alleen de productie door Michael Omartian is buitengewoon goed, ook de songs zitten goed in elkaar.
De single
Sailing, in Nederland een hitje in voorjaar 1981 (!) sla ik gemakshalve toch maar even over. Dat nummer ken ik te goed en is nauwelijks representatief voor de rest van de plaat.
Trouwens, volgens dutchcharts staat het hele album pas in april '81 genoteerd op de albumlijst. Ben benieuwd of iemand zich dat kan herinneren. Waarom zo laat? Ook ik kocht het album pas na opvolger Another Page in 1983.
Kwaliteit. Eén van de eerste op 3M Digital Recording System opgenomen albums. Een indrukwekkende rij aan zangers waaronder: Don Henley, Nicolette Larson, Michael McDonald, J.D Souther en Stormie Omartian. Absolute ster is gitarist Larry Carlton. Wat een heerlijke loopjes zet hij hier neer in veel nummers!
En dan de zanger. Hij heeft wel wat, maar is tegelijk beperkt. Waarom precies Cross werd verkozen voor dit peperdure project van Warner, is me niet helemaal duidelijk. Hij is een songwriter en een goeie, maar zijn stem zal niet iedereen aanspreken. In het videotijdperk dat spoedig volgde had de corpulente man het niet makkelijk. Geen jeugdheld, maar 'adult contemporary music', voor volwassenen dus.
Het is soft rock, vooruit. Maar daar zit dan ook geraffineerd wat jazz en soul doorheen gevlochten. Zo echt Amerikaans als het maar kan. Een standaardalbum voor mij. Het prachtige
Minstrel Gigolo aan het eind begint tam, maar loopt naar het einde op in emotie. En dan merk je toch ook dat hier iemand staat te zingen met heel zijn hart. Ik vind het prachtig. Met 38 minuten te kort in de beleving. Na track 9 wacht je op nog een nummer. Ook dat is raffinement, de smaak naar meer. Knap stukje werk van de muziekindustrie met een verdiende Grammy Award Album of the Year 1981.
Ben ik nu te positief?