Zo! Jarre is sinds jaren weer terug en in vorm. En heeft meteen een blik aan gastartiesten opengetrokken voor dit eerste deel van Electronica die als subtitel The Time Machine heeft meegekregen. Het tweede deel moet in april 2016 gaan verschijnen, dus dat is al vrij vlot. Echter mag het bij Jarre wel eens een keer, gezien z'n vorige studio-album alweer dateert uit 2007. En die was niet best!
Ik was even bang dat dit album een wisselvallig gebeuren zou worden met hits en missers. Maar niets is minder waar, gezien iedere samenwerking een overtuigend resultaat heeft opgeleverd.
Voor zover ik weet heeft Jarre de hand gehad in alle composities, maar met de desbetreffende gastartiest in zijn achterhoofd. Artiesten die voor Jarre, maar ook andersom, een grote inspiratiebron zijn geweest en wellicht nog steeds betekenen.
Alle artiesten heeft Jarre persoonlijk opgezocht om zijn ideeën mee te delen. Zodoende heeft iedere artiest zijn of haar bijdrage erin verwerkt met een overtuigend resultaat als gevolg.
Toegegeven, natuurlijk vind ik het ene nummer beter dan de ander, wat vaak een beetje met de stijl te maken heeft. Maar objectief beluisterend besef ik wel dat ieder nummer echt wel geslaagd genoemd mag worden. In ieder geval krijg ik bij veel tracks dat typische Jarre-gevoel, gewoonweg omdat het ook als typisch Jarre klinkt.
Neem nu bijvoorbeeld opener "The Time Machine" met Boys Noize, het tweeluik "Automatic" met Vince Clarke (één van de toppers op dit album) of "Stardust" met onze eigen Armin van Buuren. Vooral die laatste luistert gewoon als een échte Jarre-anthem en past wat mij betreft zo in het rijtje "Equinoxe, Pt. 5", "Fourth Rendez-Vous" en "Chronologie Part 4".
Andere verrassingen zijn de bijzondere samenwerking met Tangerine Dream "Zero Gravity". Zeker als je nagaat dat het nummer vlak voor het overlijden van Edgar Froese is opgenomen. Overigens is het album ook aan Edgar opgedragen, 'a grand figure in Electronic Music', zoals Jarre in de credits zelf aangeeft.
De beste track is zonder twijfel het ijzersterke en opbouwende "The Train & the River" met de klassiek geschoolde Chinese pianist Lang Lang, maar deze afsluiter vergt in eerste instantie wel meer geduld dan de rest. Maar dan heb je op den duur ook wat, als dit pareltje zich uiteindelijk ontvouwt.
Over het algemeen vind ik de vocale tracks de 'minste', maar dat betekent niet dat ik ze slecht vind. Ze luisteren heerlijk weg en voegen zeker wat toe. Of het nu om Moby gaat of oudgediende Laurie Anderson (haar derde samenwerking met Jarre overigens op dit album), het is allemaal met veel zorg, liefde en plezier in elkaar geflanst. En dat hoor je; de nummers klinken fris en geïnspireerd. Iets wat i.m.o. ontbrak op bijvoorbeeld Metamorphoses, waar ook vocalen op te horen zijn. Zelfs het nummer met Air vind ik niet vervelend, gezien ik persoonlijk niet zo veel heb met dit Franse duo, wat puur persoonlijk is overigens...
Jarre is met dit veelzijdige album terug aan het front en van mij mag het volgende deel gauw verschijnen met hopelijk misschien wel samenwerkingen met Kraftwerk, Klaus Schulze en Future Sound of London. Om er maar een paar te noemen....Wie weet zelfs een samenwerking met die andere (commerciële) synthesizer-icoon: een zekere gezette Griek met een grijze baard
!! Hoewel ik dat niet gauw zie gebeuren trouwens....het zou wel een erg gaaf resultaat kunnen opleveren trouwens!
Ach ja...lekker afwachten gewoon en tot die tijd genieten van deze Jarre-comeback.