Mijn bespreking uit het
Niels Tip-Topic. Deze werd me getipt door Masimo:
Van een zomers soulalbum via loeiharde harsh noise naar depressieve screamohardcore, om vervolgens in het oerwoud van de Bahama’s te belanden: tot nu toe vermaak ik me opperbest met dit topic
Maar goed, muziek van de Bahama’s dus, waarvandaan een charismatische Caribische man ons toezingt. Hierin wordt hij begeleidt door vaak erg werelds (als in het genre) aandoende instrumentatie, waarbij een breed pallet aan percussie-instrumenten en de akoestische gitaar de boventoon voeren. De naam Dr. John heb ik verschillende keren voorbij zien komen in verband met dit album als het gaat om de zang. Nu ken ik nog geen muziek van hem (staat wel op de ‘to listen’ lijst, zeker na het beluisteren van dit album
), dus daar kan ik hem niet mee vergelijken. De enige waar ik enige associaties mee heb is Bob Marley. Dit komt deels vanwege Exuma's tongval, maar ook gewoon vanwege zijn stem. Toch prefereer ik puur qua stem Exuma boven Bob Marley, omdat hij in mijn beleving wat gepassioneerder en geëmotioneerder klinkt dan Bob Marley meestal klinkt.
Met deze stem weet hij mij op Dambala, mijn favoriet van dit album en van huizenhoog niveau, diep te raken. Echt een meesterlijk nummer: puur vanwege dit ene nummer is dit al moeite van het beluisteren waard. Dit album heeft echter nog wel meer te bieden dan Dambala: Dit album bestaat uit meer dan prima muziek. Wat er vooral zo fijn aan is, is de sfeer, al is die niet altijd even gemakkelijk. Met name Seance in the Sixth Fret, dat begint met een soort huilgeluiden en snikken en eindigt met een schreeuwende Exuma, doet ietwat vreemd aan. Verder doet deze muziek je toch op een exotische plek wanen. Waar dat precies is mag je zelf invullen, ik zie deze man zo in het oerwoud zitten met een groep muzikanten om hem heen, maar ook op een rotsblok bij de zee of in een dorp, bij een kampvuur. Niet in een luxe appartement met vloerverwarming in elk geval, al zou deze muziek daar bij wijze van spreken best opgenomen kunnen zijn uiteraard.
Toch is er wel degelijk een minpuntje. Zo besluit Exuma op Junkanoo het oerwoud (of het strand, zo u wilt) te verlaten en een voetbalveld op te gaan. Nu weet ik niet hoe hoog de Bahama’s op de wereldranglijst staan als het om voetbal gaat, maar als dat niet zo hoog is zou het me niet verbazen. De spelers luisteren namelijk zeer slecht naar de scheidsrechter waardoor die continu op zijn fluitje moet blazen. Ik zou geïrriteerd weglopen, Exuma heeft het opgenomen, er wat percussie en nog wat fluitjes aan toegevoegd en het op zijn album gezet. Nu goed, laat ik niet overdrijven: het is aan te horen, maar ik vind het erg weinig toevoegen aan het geheel. Verder vind ik het album aardig constant, al doet het laatste deel toch wel iets onder voor de eerste drie nummers, en dan met name voor Dambala.
Al met al dus een zeer sfeervol album dat op één missertje na redelijk constant is. Het is een fijne luisterervaring, waarvoor ik Tomas dank. En wie weet gaat dit in de toekomst nog wel meer indruk op me maken. Voor nu in elk geval 3,5*