Thunder schreef:
Nota: Ben ik de enige die kippenvel krijgt van I of the mourning? Crisis, wat een prachtig nummer is dit zeg.
...Nee, dat ben je zeker niet! Als bewijs zend ik onderstaande (niet meer geheel actuele) tekst mee die ik heb opgeduikeld uit mijn prive-archief...
Voorts kan ik melden dat in de jaarlijkse top 100 allertijden van Pinsnider I of The Mourning een trotse vierde plaats inneemt!
Ode aan een Lied:
De vaste bezoeker van deze pagina's weet het ondertussen. Uw recensent is nogal gecharmeerd van een ter ziele gegaan muzikantencollectief uit Chicago dat bestond uit een kale zanger annex liedjesschrijver, een nietszeggende meestergitarist, een stuwende bassiste en een buitenaardse drummer. Nu wil dit specifieke geval dat de heren en dame al ver over hun artistieke hoogtepunt waren toen daar ineens een chanson de revue passeerde (op één van hun laatste platen) dat nogal de aandacht opeiste. Het kleinood heet "I of the mourning", een weinig verheffende, typische zeurtitel, waarin de kalende heer de laatste jaren al had gegrossierd. Maar laten we eens gaan luisteren en eens kijken wat er nou zo bijzonder is aan dit huzarenstukje.
Het begin van de plaat is standaard. Een The Edge-gitaartje begeleid door de eeuwig doordenderende drumsalvo's van de overgetalenteerde slagwerker, tezamen met een drijvende niets-aan-de-hand baslijn en een drijnerige tekst over een radio die het favoriete deuntje van de man-met-biljartbal speelt. Tot zover niets aan de hand...
Het venijn zit hem ook niet in het eerste refreintje en bij het horen van de gitaarsolo die er op volgt waan je jezelf zowaar op een klassieke langspeelplaat van vier Ierse popgrootheden.
Couplet twee zeurt op de gebruikelijke manier door. "My tears upon the faded ink." Een huivering maakt zich meester van de ruggegraat...
Maar DAN gebeurt het: Ineens is daar die extra gitaarlaag en de subtiele tempoversnelling die het lied doen kantelen. De tekst wordt venijniger, de drumroffels komen naar de voorgrond en grijpen de aandacht. De sfeer wordt donkerder en de bassiste wordt dwingender. Opeens blijkt er in de tot dan toe aardige compositie een verrassend slot te zitten. Het ritme gaat omhoog en de gitaren creëren een dreigend luisterspel. Gaandweg wordt het kabaal verder opgevoerd: het trommelbeest begint alle kanten op te slaan, gitaren vliegen om de oren en aan het eind hoor je jezelf over de muziek heen meebrullen met die heerlijke geknepen stem van die kale jankerd: "What is it you want to change...?". Briljant!