Cave In is een Amerikaanse rockgroep die begon als een extreme hardcore band in de trend van Dillinger Escape Plan, om later weg te evolueren naar spacerock. Dit album bevindt zich bijna volledig in het tweede deel van hun carrière, al zitten er dus hier en daar nog enkele spaarzame harde klanken verborgen op de eerste helft van de cd. Het is net deze combinatie van gespierde progrock - denk Kingston Wall - met korte hardcore stukjes die deze plaat toch net dat tikkeltje extra geeft. Op de tweede helft is het uitsluitend rock wat de trom slaat, en zakt het niveau een beetje naar mijn mening.
Het album opent met Jupiter dat vooral dankzij het hoge tempo van de ritmesectie een positieve uitschieter vormt. In the Stream of Commerce begint als een echte showcase van de zang van Stephen Brodsky, die bij momenten best wel als Jeff Buckley klinkt. Hij heeft een indrukwekkend bereik en erg mooie melodielijnen, en hoewel zijn teksten niet echt spectaculair zijn gaan ze nergens storen. Af en toe voegt hij de hardcore accenten toe door wat harder te gaan met zijn zang. Ook de drummer John Robert-Connors drukt zijn stempel op de muziek. Hij speelt niet zozeer technisch als wel erg krachtig. Beide komen goed tot uiting op Innuendo and the Other, waar indrukwekkend flams op de toms het nummer voortstuwen. Het zwaarste nummer is zonder twijfel Big Riff, dat ferme vocale uitspattingen combineert met de sawtooth-synth van bijvoorbeeld Tom Sawyer. Zo'n nummer waar je spontaan je wenkbrauwen van fronst, maar dan toch maar besluit te accepteren omdat het allemaal zo lekker luistert.
Het gitaarspel is veelal weinig technisch, en steunt vooral op veel effecten en catchy riffs. Het rauwe baswerk helpt hier ook een handje, bijvoorbeeld op het korte, rockende Brain Candle. Epische track van dienst is Requiem, dat goede met minder goede momenten afwisselt. Vooral aan het eind van het nummer gaat het allemaal wat de sentimentele toer op. Er zijn zo nog enkele rotte plekjes verspreid doorheen het album, waar ofwel de zang er net over gaat qua pathos of waar de synthesizer met de waarachtigheid van de muziek op de loop gaat. Geen enkel nummer wordt er echter door verpest, wat mijn waardering toch nog weet te redden.
Met Jupiter balanceert Cave In op de grenzen van het toelaatbare, maar ze doen het grotendeels met verve. Prachtige zang, uitstekende drums, en veel diversiteit tussen de nummers onderling maken van dit album een aanrader. Wie dit wel kan smaken zou ik graag doorverwijzen naar Kingston Wall's tweede, die toch nog wat beter is.