De eerste keer dat ik dit beluisterde, werd ik omver geblazen door de stem van Betty Davis: wat een heerlijk rauwe stem. Rauw is eigenlijk nog een understatement. Deze dame weet zich letterlijk door sommige nummers heen te schreeuwen en te kirren. Ook zit dit album muzikaal gezien sterk in elkaar, het funkt overal lekker en je hoort duidelijk topmuzikanten aan het werk, mensen die van wanten (en funken) weten (luister alleen al eens naar die achtergrondzangeressen op Game Is My Middle Name). De combinatie tussen de krijsende stem, de heerlijke funk en de expliciete seks in de teksten is bovendien erg goed gekozen: het geheel versterkt elkaar.
Toen ik het album wat vaker ging luisteren, begon het me wat tegen te vallen. Betty Davis heeft een te gekke stem, maar forceert deze toch wel erg vaak te ver. Dan wordt het wat te hard en te overdreven en dat is jammer. Ook is er wat te weinig afwisseling: alleen het (prachtige en heerlijk eerlijke) In the Meantime wordt er wat dat betreft wat gas teruggenomen. Dat nummer is wat mij betreft dan ook één van de hoogtepunten van het album.
Ook de muziek ging me wat meer tegenstaan. Ik weet dat het puur aan mij ligt, maar ik kan niet goed tegen die harde funk (ik kan ook niet heel erg lang naar Parliament of Funkadelic luisteren): op een gegeven moment heb ik er genoeg van en wordt het me allemaal teveel van hetzelfde.
Maar goed: het is ook weer zo dat dat overdrevene en die funk bij haar stemgeluid en de teksten passen. Ze deed mij af en toe denken aan de Zwarte Weduwe (de spin) die de kop van het mannetje eraf bijt zodra deze haar bevredigd heeft.
Al met al een sterk album dat (wat mij betreft) wat minpuntjes kent, maar dat zeker aan te raden is als je van rauwe, eerlijke, recht-voor-zijn-raap funk houdt. 3,5 sterren.