menu

Jeff Tweedy - WARM (2018)

mijn stem
3,75 (67)
67 stemmen

Verenigde Staten
Rock
Label: dBpm

  1. Bombs Above (2:15)
  2. Some Birds (3:41)
  3. Don’t Forget (3:30)
  4. How Hard It Is for a Desert to Die (4:49)
  5. Let’s Go Rain (2:57)
  6. From Far Away (3:10)
  7. I Know What It’s Like (3:46)
  8. Having Been Is No Way to Be (4:34)
  9. The Red Brick (2:36)
  10. Warm (When the Sun Has Died) (2:18)
  11. How Will I Find You? (6:05)
totale tijdsduur: 39:41
zoeken in:
avatar van erwinz
4,0
recensie op de krenten uit de pop:
De krenten uit de pop: Jeff Tweedy - WARM - dekrentenuitdepop.blogspot.com

WARM leek bij eerste beluistering vooral voort te kabbelen, maar het is een groeiplaat die steeds weer wat beter wordt

WARM is pas de eerste soloplaat van Jeff Tweedy met nieuw materiaal en het is een plaat die vooral focust op akoestische folk en countryrock zoals die in de jaren 70 werd gemaakt, met een hoorbare liefde voor het werk van Neil Young. De plaat lijkt hierdoor wat voort te kabbelen, maar luister wat beter en je hoort hoe goed de songs zijn, hoe diep de teksten graven en hoe goed er wordt gespeeld. Luister nog wat beter en je hoort hoe Jeff Tweedy bijna stiekem buiten de lijntjes kleurt, waardoor WARM nog wat verder groeit en het enorme talent van Jeff Tweedy toch weer boven komt drijven.

Ondanks het feit dat er vorige week niet al te veel nieuws is verschenen en ondanks het feit dat ik momenteel zijn fraaie autobiografie Let’s Go (So We Can Get Back), met de al even fraaie ondertitel A Memoir Of Recording And Discording With Wilco, Etc., aan het lezen ben, is de nieuwe plaat van Jeff Tweedy de afgelopen week wat naar de achtergrond verdwenen.

Het heeft er misschien mee te maken dat WARM een plaat is die zich, zeker bij eerste beluistering, niet heel erg opdringt.

WARM is de derde soloplaat van de Wilco en voormalig Uncle Tupelo voorman en het is de eerste met nieuw materiaal. Na een soundtrack met covers en het vorig jaar verschenen Together At Last, waarop Jeff Tweedy oud materiaal opnieuw uitvond, horen we op WARM waar Jeff Tweedy in 2018 mee bezig is.

WARM reflecteert op enkele ingrijpende gebeurtenissen in het persoonlijke leven en op gebeurtenissen in een wereld die zo af en toe flink de weg kwijt lijkt. In muzikaal opzicht ligt WARM in het verlengde van de muziek die Jeff Tweedy samen met zijn zoon Spencer maakt als Tweedy. Zoon Spencer is ook van de partij op WARM, net als meesterdrummer Glen Kotche (Wilco), die het prachtige akoestische en elektrische gitaarspel van Jeff Tweedy omringen met fraaie klanken.

WARM bevat een aantal ingetogen songs die je mee terugnemen naar een plaat als Harvest van Neil Young, maar Jeff Tweedy gaat ook aan de haal met countryrock, kiest hier en daar voor bijna Beatlesque songs en kleurt hier en daar voorzichtig buiten de lijntjes op een manier die raakt aan de wijze waarop Wilco dit kan.

Ik moet eerlijk toegeven dat het bij eerste beluistering vooral voortkabbelde, waardoor ik WARM na twee keer horen al weer terzijde had geschoven. Wanneer je wat meer tijd neemt voor de nieuwe soloplaat van Jeff Tweedy is WARM echter een interessantere plaat dan je bij vluchtige beluistering zult vermoeden.

De ingetogen songs van Jeff Tweedy klinken tijdloos en dit geldt ook voor de songs die zich vooral laten inspireren door 70s countryrock. In tekstueel opzicht graaft WARM echter diep. Jeff Tweedy staat stil bij de dood van zijn vader en de ziekte van zijn vrouw, maar heeft ook oog voor de vergeten oorlog in Jemen die talloze slachtoffers eist en bij de chaos in zijn vaderland.

WARM is vooral een rootsplaat, wat nog eens wordt geaccentueerd door flarden pedal steel, maar Jeff Tweedy voorziet zijn songs af en toe ook van bijzondere accenten, variërend van Krautrock tot psychedelica, die weer raken aan het experiment dat Wilco zo nu en dan opzocht.

WARM is zo niet alleen een goede soundtrack voor Jeff Tweedy’s fascinerende autobiografie, maar is ook een plaat die je steeds dierbaarder wordt wanneer je de tijd neemt voor de songs op de plaat. Ik had hem zelf te snel aan de kant geschoven, maar na een paar dagen volle aandacht vind ik dit toch echt een hele goede plaat. Erwin Zijleman

avatar van Sandokan-veld
4,0
Mooie recensie van deze plaat in het laatste nummer van Mojo, waarin de schrijver begint te stellen dat Jeff Tweedy nooit een man is geweest van het Grote Gebaar, nooit een songwriter die gezien werd als een ‘stem van een generatie’, of zoiets dergelijks. Zijn werk is daarvoor altijd te ‘genuanceerd en ambigue’ geweest, schrijft het blad, ‘desondanks, voor een publiek dat te sceptisch is om te denken dat ze ooit een held nodig hadden, en nu te oud en wijs zijn om daarnaar op zoek te gaan, is Tweedy naar een belangrijke rol gegroeid.’

Mojo opent het recensiekatern van hun eindejaarsnummer met deze uitgebreide review, en deelt vier sterren uit aan de plaat. De welwillendheid waarmee de plaat wordt ontvangen verrast me een beetje. Niet alleen Mojo is enthousiast, Pitchfork deelt ook een 8,3 uit, Allmusic vier sterren, en op Musicmeter zien we soortgelijke waarderingen. Het is verrassend, omdat de -vaak onuitgesproken- consensus over Tweedy toch lijkt te zijn dat hij de afgelopen tien jaar, na zijn experimentele meesterwerken met Wilco van pakweg 1998-2005, een stuk minder spannend en relevant is geworden.

Wie stiekem hoopt op een terugkeer naar de geluidsexperimenten van Yankee Hotel Foxtrot of A Ghost Is Born heeft bij deze plaat weinig te zoeken. De muziek op Warm is intiem, vrij traditioneel, sober. Op deze eerste echte soloplaat, althans met nieuw materiaal, zoekt Tweedy het in eenvoudige songstructuren, authentieke teksten, kalmte en subtiliteit.

De plaat is eigenlijk de helft van een tweeling, samen met zijn geslaagde memoires Let’s Go (So We Can Get Back), van een paar weken eerder. De twee releases kunnen het best samen op waarde worden geschat, als een kop sterke koffie en een stuk pure chocolade. Je krijgt niet de indruk, noch bij het boek, noch bij dit album, dat Tweedy zich iets aantrekt van het verwijt dat hij de laaste jaren ‘dad rock’ is gaan maken. Integendeel: zonder opsmuk doet hij waar hij zich het meest comfortabel bij voelt, en zegt tegen de luisteraar (of lezer): dit is waar ik sta, dit is hoe ik werk, dit is hoe ik me voel. Zelfs zijn zoons zijn weer van de partij, 'dad rock' in de meest letterlijk zin van het woord dus, en ik stel verheugd vast dat Spencer Tweedy een behoorlijk goede drummer is geworden. Op ‘From Far Away’ had ik gezworen dat het Wilco’s Glenn Kotche is die ik hoorde roffelen, maar nee, het is toch echt Spencer volgens het cd-boekje.

De afwezigheid van priegelende Wilco-leden (Kotche speelt nog wel mee op ‘How Will I Find You’) maakt de plaat niet per se toegankelijker. Net als bij Wilco duurde het even voordat de liedjes bij me ‘binnenkwamen’, echter in dit geval juist omdat de muziek zo conventioneel lijkt te zijn. Naarmate ik de plaat vaker draai zijn het juist de dromerige, wat richtingloos klinkende stukken die voor mij het hart vormen van de plaat: ‘How Hard It Is For A Desert To Die’; ‘How Will I Find You’; het titelnummer: in die dromerige, bijna verstilde momenten blijkt de plaat een weelde aan subtiele details te bevatten, die zich langzaam maar zeker openbaren aan de geduldige luisteraar.

Tweedy lijkt ons, zoals altijd, welkom te heten onder zijn voorwaarden, en zich opnieuw uit te vinden juist door meer dan ooit zichzelf te zijn, en zijn kunst te ontdoen van elke zweem van opsmuk of obscuriteit. Op misschien wel het mooiste liedje van de plaat, ‘Having Been Is No Way To Be’ (dat tijdens zijn recente solotournee, waarop ik zijn prachtige concert in Utrecht mocht zien, volgens mij nog ‘New Wave Theater’ heette) maakt hij gehakt van de mythe rondom zijn persoon: ‘And people say/ what drugs did you take/ and why don’t you start taking them again?/ They’re not my friends…’

Een dergelijke ontboezeming zou lichtelijk gênant zijn bij de meeste andere artiesten, maar Tweedy is altijd op zijn best geweest als hij de aspecten van het leven omschrijft die een beetje genant zijn, ongemakkelijk, als een naaktportret van een verlegen vader met overgewicht. Grote antwoorden biedt hij niet, maar hij is oud en wijs genoeg om te weten hoe hij maximaal effect sorteert met zijn eigen neurotische belevingswereld. En de sceptische, maar verstandige luisteraar waardeert hem precies zoals hij is. Ik sluit me daarom aan bij de regen van vier sterren.

Gast
geplaatst: vandaag om 19:27 uur

geplaatst: vandaag om 19:27 uur

Let op: In verband met copyright is het op MusicMeter.nl niet toegestaan om de inhoud van externe websites over te nemen, ook niet met bronvermelding. Je mag natuurlijk wel een link naar een externe pagina plaatsen, samen met je eigen beschrijving of eventueel de eerste alinea van de tekst. Je krijgt deze waarschuwing omdat het er op lijkt dat je een lange tekst hebt geplakt in je bericht.

* denotes required fields.

Let op! Je gebruikersnaam is voor iedereen zichtbaar, en kun je later niet meer aanpassen.

* denotes required fields.