Indian Askin werd met Sea of Ethanol al gelijk in een toppositie geplaatst in het lijstje veelbelovende nieuwe bands. Als dan ook nog bekend is dat de leden aardig wat tijd in de Amsterdamse cafés doorbrengen, lijkt het lastig om met deze druk om te gaan. Hoeveel binnenlandse acts zijn wel niet ten onder gegaan doordat ze zich lieten voeden door de toereikende genotsmiddelen. Om eerlijk te zijn waren de verwachtingen na hun eerste plaat net zo beneveld als de uitstraling van frontman Chino Ayala. Juist het feit dat hij zichzelf niet zo serieus lijkt te nemen is waarschijnlijk zijn redding. De psychedelische sixties zijn er nog steeds, maar lang niet meer zo dominerend. Nog meer is het nachtleven en de opgepikte culturen van het hedendaagse straatbeeld aanwezig. Hierdoor heeft het iets van internationale allure in zich. Hiermee weten plaatsen als Brussel en Antwerpen zich al jaren te onderscheiden, blijkbaar is er nu iets soortgelijks gaande in Amsterdam. In Vlaanderen heerst meer dat kunstacademie gevoel, hier meer dat ordinaire rockende van uitgerangeerde muzikanten. Het eigenzinnige karakter plaatst ze tussen de gitaarbands die zich halverwege de jaren tachtig wisten te ontwikkelen. Vergeet niet dat er een mooie opbloeiende scene was, totdat België halverwege de jaren 90 alles overnam.
Blijkbaar hebben ze aan Dennis van Leeuwen een goede manager. Alle valkuilen waar Kane in dreigde te vallen, worden nu vakkundig zoveel mogelijk vermeden. Daar werden ze na hun tweede album in het alles opslurpende gat genaamd mediacircus gezogen, en verdween steeds meer het eigen karakter. Ego’s die boven zichzelf uit stijgen, en daardoor op het randje balanceren. Deze gevaarlijke eigenschap moet je ook wel hebben, wil je wat bereiken, maar is vaak ook risky. Ondanks de overvloed van drank is Indian Askin daar te nuchter voor. Het grote verschil met Sea Of Ethanol is een ruimere kijk op het gebeuren. De psychedelica blijft aanwezig, maar het is allemaal een stuk gelaagder en donkerder. Zo hoort een rockband hedendaags te klinken te klinken, alsof ze zojuist uit een smerige oefenruimte zijn geplukt. Niks gepolijst en over geproduceerd. Juist die puurheid is zo heerlijk.
Een forse stap vooruit met gelijk al meer noise invloeden in de dromerige opener Another Round. Maar pas daarna hoor je de grote stappen die genomen worden. De gitaar is smerig aanwezig en mag ongegeneerd grooven in het funky On and On, een track duidelijk gericht op onze Zuiderburen. Duister laat de bas van zich horen in Keep It to Myself. Dezelfde postpunk invloeden waar een Nirvana duidelijk naar terug greep, maar totaal eigen gemaakt. For You is zelfs nog meer retro New Wave. Cyberpunk zit verwerkt in het swingende een tikkeltje over the top I Know How to Party en het Plastic Bertrand achtige Wheels. Niet echt serieus te nemen, daarvoor is het te vrolijk. Lome country sijpelt er door in het onder invloed klinkende orkestrale Beat74. Een nummer als I Feel Something zou zich nog kunnen nestelen op het debuut, al heeft het wel een andere benadering door de kinky beat. Gimme A Sign pakt alles samen; psychedelica, dreampop, postpunk, zuigende bas en wah-wah gitaarspel. Seperation is een hedendaagse catchy club stamper. Lekker voor diep in de zaterdagnacht, als alle lichten en hersencellen gedoofd zijn. Behave gaat geleidelijk vanuit de psychedelica de hardere rockkant op. Nog eventjes zittend op kussens after party trippen met Mr. Nick op de achtergrond. Een waardige afsluiter. Another Round is de goede tweede plaat van Indian Askin. Het gepraat tussendoor had achterwege moeten blijven, niet echt een meerwaarde en wat flauw, dan zou het allemaal nog beter op zijn plek vallen.
Indian Askin – Another Round | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com