De eerste beluistering van Wingman Returns was een taaie sessie. Het album hapt niet lekker weg, de muziek is donker en sober opgezet. Omdat ik een fan van zijn eerste plaat onder de naam Royal Parks ben en zeer van zijn stem geniet, tweemaal in het voorprogramma van The Maureens, heb ik doorgezet, waar ik bij menig ander waarschijnlijk had gedacht, laat maar.
Die gedachte is beloond, want met iedere luisterbeurt ontdekte ik nieuwe pareltjes, prachtige stukken en melodieën. Wingman Returns staat er vol mee. Aanvankelijk was mijn indruk dat Nomden teveel leunde op jaren 70 singer-songwriters, die ik, nog steeds, veel te ingewikkeld vind doen. De herbeluistering leerde hoeveel Paul McCartney terug komt. Met name de Paul van de zwaarder aangezette ballades als 'My Love' en een viool gedreven nummer als 'Eleanor Rigby'. Nomden toont zich schatplichtig, zonder in herhaling te vallen. Dit is overduidelijk zijn muziek, kracht en eigen kwaliteit. Iemand wiens geluid ook een paar keer terug komt, is Tim Christensen. (Ook hij maakte geen nieuwe solo plaat sinds 2012.) 'I Do', met een mellotron erbij, zou zo op 'Superiour' kunnen staan.
Met Wingman Returns laat Diederik Nomden wederom zien op welk hoog niveau hij zijn songs schrijft. Een ware songsmith. Met het verlaten van de de indiepop/rock, de Johan kant, kleurt Nomden zijn muziek nog serieuzer in dan voorheen. Stap daar overheen, want Wingman Returns is een potentiële klassieker in de Nederpop. Een plaat die ik vaak zal draaien, tot dat ik begin oktober weer bovenin de Ziggo Dome zit en van The Analogues' integrale uitvoering van 'Abbey Road' ga genieten, met ongetwijfeld weer een grote rol voor DIederik Nomden.
Dit is een bewerking van een Engelstalige post op
WoNoBloG.