Nosk begint alsof een onbekend nummer van The Beatles mijn kant op gestuurd is. Zo een waarin ze 'Penny Lane' aan het uitproberen waren, maar besloten een andere kant op te gaan, waarna deze pre-versie op de studiovloer achter bleef.
Zodra er gezongen wordt, in het Gronings, neem ik aan, valt die illusie weg, maar hij is wel gewekt en dat is op zich al knap. Mijn interesse is gewekt, ondanks dat zingen in een sterk dialect mij doorgaans direct iets anders laat doen. Door dit intro ben ik over mijn vooroordeel heen geholpen.
Dit is ook terecht, want Swinder presenteert op Nosk gewoon lekkere muziek en verschillende invalshoeken tot hun muziek. Licht jachtige up tempo of een ballad die met een iets ander arrangement bij Acda en De Munnik ondergebracht had kunnen worden. Door de zang moet ik steeds aan Skik denken, maar dat is even niet anders.
Nosk is geproduceerd door Tim Knol en opgenomen in zijn studio in Hoorn. Wie goed luistert hoort hem ook zingen in een aantal nummers. De countrytinten die af en toe opduiken zullen hier niet vreemd aan zijn. Swinder weet regelmatig een fraaie atmosfeer te bespelen. Zoals in 'Meerlam'. "Later als ik groot ben, wacht op meer" zingt Bas Schröder (denk ik althans). Nou, ik heb nieuws, wie een nummer als dit kan schrijven hoeft niet meer te wachten. Dat later is er al. Mooi, subtiel en melancholiek. Gewoon een pareltje dat wacht op ontdekking. En zo staan er meer op Nosk, een plaat om heerlijk naar te luisteren.
Dit stuk is eerder gepubliceerd op
WoNoBloG.