Met zijn bewegingsloze woest strak voor zich uit starende podiumpresentatie kenmerkt Mark Lanegan zijn schijnbare gesloten houding. Wat gaat er nou precies schuil achter de donkere ogen die zoveel zielenpijn en innerlijke leed verraden. Een groot contrast met de open persoonlijkheid die vervolgens goedlachs na afloop van een concert aan tafel aanschuift om er in alle rust zijn fans geruststellend te woord te staan.
Met wroeging in zijn hart openbaart hij nu de gitzwart geblakerde bladzijdes van zijn volgeschreven muzikale dagboek. Klonk hij anderhalf jaar geleden live nog uitgeput, geleefd, moe en minder strijdbaar, met het stevige Somebody’s Knocking herpakte hij zichzelf om nu meedogenloos toe te slaan met het overtreffende Straight Songs of Sorrow.
Straight Songs of Sorrow is een therapeutische reis van een uur door het verleden van deze uitgesproken rockzanger. Het zelfdestructieve gedrag wordt omgezet in gemeend berouw. De dramatiek in Bleed All Over geeft al zijn kwetsbaarheid bloot. Wanhopig wordt er mis gegrepen naar elke pakkende vorm van houvast. Stilistisch sluit het allemaal aan bij de breekbaarheid die Soulsavers twee albums lang samen met hem weten op te roepen. Ondanks zijn ruime ervaringen als gastzanger lukt het die twee elektro nerds om het dichtst in die kern te komen. Churchbells, Ghosts ligt met zijn prachtige sfeervolle thee time pianogepingel en de zware orgelpartijen het meest aangrenzende in deze pastorale lijn. Begrijpelijk dat Mark Lanegan vervolgens steeds meer het muzikale geluid van de duistere jaren tachtig postpunk opzoekt waarmee hij als kind is opgegroeid en waar hij zich blijkbaar het duidelijkste weet te verwoorden.
De nadruk ligt veel sterker op de overheersende drumloops en de experimenteerdrift van de door Nick Cave uitgeleende werknemer en tegenwoordig tevens orkestleider Warren Ellis. Deze geschoolde violist richt zich al jaren bij The Bad Seeds meer op het arrangeren en de sfeerbepaling van de tracks. Zijn muzikale handtekening versiert al direct het onrustige maar ook meesterlijke I Wouldn’t Want to Say. Een oppepper voor de doorrookte zanger waarbij de longen net zo donker gekleurd zijn als zijn bezongen ziel. Opzichtig duwt hij Lanegan de richting van zijn leermeester op, maar de standvastige zanger laat zich niet van de wijs brengen en eigent uiteindelijk de song zelf op. Een soortgelijke samenwerking met Rob Marchall resulteerde een krappe drie maanden geleden nog in het voortreffelijke Humanist.
De beroerde familie omstandigheden waarin hij als kind opgroeit staan centraal in het onschuldig ogende kampvuur niemendalletje Apples from a Tree, waarbij hij zichzelf als een verrotte verboden vrucht neerzet. Mark Lanegan opent als een oester zijn verhalenschrift, gevuld met onverwerkte jeugdtrauma’s die als doffe parels opgepoetst dienen te worden als kleine momenten van gelukzaligheid.
Dat rouwrandje vreet ook aan Daylight In The Nocturnal House’s, gevormd door de vriendschappelijke verdienste van triphop gitarist Adrian Utley waarmee hij in het verleden ook als gepassioneerde smaakmaker bij Portishead opereerde. Oudgediende John Paul Jones van Led Zeppelin laat de zuigende klanken van de mellotron als een zwerm winter ontvluchtende zwaluwen rondcirkelen in het opgejaagde Ballad Of A Dying Rover.
Die geslotenheid vormt ook het thema van het van zelfkennis getuigende Skeleton Key. De kilte van de koude emotionele winters die menig doemdenker in de jaren tachtig het hart laten bevriezen vormt hierbij de verbitterende begeleiding. Het is gelukkig niet allemaal ellende, als het getatoeëerde evenbeeld en levenspartner Shelley Brien zich bij hem voegt in This Game of Love en als een gulzig slangenmeisje hem opeist is de romantiek en de rust in zijn leven duidelijk voelbaar.
Toch is het wachten op de schijnbare onaantastbare samenwerking met Greg Dulli die als The Gutter Twins en met Lanegan in de gastrol op The Twilight Singers albums zoveel moois opleverde. Warren Ellis mengt zich met zijn vioolspel nog tussen de twee grootheden op At Zero Below maar wordt terecht totaal overtroeft door het samenspel van de blood brothers. De gebroken soul kwellingen van Dulli krijgen door het aanmoedigende duiveltje Lanegan nog een verse trap na, al had er meer uit dit magische verbond gehaald kunnen worden.
De kerkorgel in het afsluitende Eden Lost and Found wil niet het gehoopte gospelgevoel oproepen, maar daar valt prima mee te leven. Neemt niet weg dat het Mark Lanegan weer eens lukt om een memorabele plaat af te leveren.
Mark Lanegan - Straight Songs of Sorrow | Alternative | Written in Music - writteninmusic.com