Wie deze plaat hoort, kan het zich bijna niet voorstellen dat Blonde Redhead zijn roots in de noiserock heeft. Hier geen geluidserupties, gitaaruitspattingen of gierende feedback. Melancholie is het toverwoord, maar dan wel op een geheel eigen wijze te berde gebracht.
Wie bij het woord melancholie meteen denkt aan een zich in zelfbeklag onderdompelende Thom Yorke, komt hier bedrogen uit. Zangeres Kazu Makino werpt zich hier vooral op als een Japanse versie van een Frans zuchtmeisje, bijgestaan door briljante gitaar- en vioolmelodieën. Hoewel de teksten nogal neerslachtig zijn, biedt de muzikale omlijsting gek genoeg vooral hoop. Het maakt dat de plaat nooit verzandt in eindeloos zelfbeklag.
Hoewel vooral Makino kenmerkend is voor het Blonde Redheadgeluid, vind ik de nummers die Amadeo Pace zingt op deze plaat vaak nog sterker. Niet iedereen zal zijn beknepen heliumstemmetje op prijs stellen en ook ik zou hem in een andere band misschien liever niet horen. Maar hier past het perfect in het muzikale plaatje.
Waar Elephant Woman en het titelnummer vaak als eerste worden geroemd, wil ik hier tot slot nog even een lans breken voor Falling Man, een prachtig introspectief drie-minuten-popliedje. Alleen Anticipation is wat mij betreft wat minder, omdat het het tempo net iets tevéél uit de plaat haalt.