Doken bij Grace Cummings' 'Storm Queen' onwillekeurig vervlogen beelden op, van ooit een zomer in Werchter. Van een massa door ontwapenende Suzanne Vega in haar eentje zo in vervoering gebracht dat ze er zelf kippenvel van kreeg. Podiumdame met akoestisch gitaartje, krukje en voor het overige alleen innemende persoonlijkheid, pakt overgrote, tot in de nok gevulde festivaltent in, fascineert tot in de verste rijen met elke uitgezongen noot, boodschap of beweging. Die megastatus als singer-songwriter heeft Grace Cummings in deze Lage Landen uiteraard nu nóg niet. Vanuit haar verre homeland Australië is evenwel vanaf haar eersteling 'Refuge Cove' van 2019 het vuurtje al behoorlijk lopend. Het nodige beetje geluk naar de echte doorbraak is haar vanaf nu aan het overkomen. Met die fenomenaal krachtige, felle, overrompelende altstem, dat eigen aparte, soms rauwe keelgeluid dat komt aanzetten als een emotionele storm, ja, daarmee heeft ze het dan. Presence. Op het podium jonglerend, al grommend, fluisterend haar gedachten wegblazend. 't Is ook een actrice, natuurlijke performer gemaakt voor het publiek met in se alleen maar eigenheid, emotie en passie.
Wie gaat er dan niet terstond volledig om voor haar schitterende vertolking tegen dat maagdelijk blank videodecor van het openingsnummer van 'Storm Queen'? Het energetische 'Heaven' is haar nieuwe topsong. Ongelooflijk, in toch maar een oogwenk neergepend, maar in directe grootsheid vol met de allures van Patti Smith's 'Gloria', nog zo'n diva. Grace Cummings, de deprimerende lyrics erbij, krachtig een Ave Maria zingend als haar eigen Cohen-'Hallelujah'.
Grace Cummings - Heaven
Nochtans, ondanks haar opvallende voice altijd prominent in het midden, hanteert ze altijd een minimalistische instrumentatie als sobere basis. Vertrekt ze veelal van akoestisch sixtiesfolkgitaargetokkel en pas dan komen toegevoegde lagen erbij. Elektrische gitaar, piano, viool, sax, wat achtergrondkoorzang. En nee, helemaal geen drums. Almaar spaarzaam, juist daardoor ook zo effectief. Als zelfproducer legt ze de aandacht op de voordracht en tegelijk evenzeer op de toegevoegde omkadering. Haar elf folky songs, koortsachtig samengecomponeerd tijdens de opsluiting van de pandemie, klinken daarom zo spontaan, als in een mum van tijd opgenomen, maar ze staan er solide als een huis. Haar teksten, waaruit verwonderlijk voor een niet-gelovige toch een fascinatie blijkt voor het kolossale van de religieuze retoriek, die staan vol godsdienstige verwijzingen. Ze bestrijken ook een wijd landschap aan onderwerpen als religie, liefdespijn, heldendom, vervreemding, druggebruik.
Het sublieme titelnummer, 'Storm Queen', is nog zo'n ultiem staaltje van authentiek songschrijverschap. Zang, akoestische en elektrische gitaar, zwevende, diepe pianoakkoorden en een prachtige diepe Morphine-baritonsax die geleidelijk bijna theatraal optrekken en finaal uitmonden in één stormachtige chaotische werveling.
Die uiterlijke Sturm und Drang uit de plaattitel, onrustige poëzie en intense dramatiek die zo kunstig van bepaalde songs afspat, contrasteert dan weer met de ingetogen eenvoud en de intimiteit elders op de plaat. Met 'Always New Days Always' maakt ze een miniatuurtje van hemelse zangkunst, een slaapliedje wel, met devoot meejengelend achtergrondkoortje. Haar zang zit tussen die twee uitersten, ze gooit er zich nu eens vol tegenaan als een wilde Grace Slick en plots weer hoor je een Joni Mitchell of Joan Baez zo kwetsbaar. Iets daartussenin, zoals het zich plechtig voorttrekkende 'This Day In May'.
Of het aangrijpende filmische 'Dreams', krachtig melodramatisch gezongen pianoballad, met in de achtergrond het aanzwellend orgeltje, bijna het legendarische 'Tiny Tears' van Tindersticks, maar dan in een mooi Cummingsjasje.
'Up in Flames' is pure akoestische gitaar en van woede brekende stem. Vlammen van de Notre Dame als metafoor van verwerking van een liefdesbreuk. 'Freak' dan, over voor jezelf opkomen. Weer akoestische gitaar, galmende piano en in het hart, naast het koortje, prachtig snijdende folkviool. Ook 'Here Is the Rose', rustig kabbelend countrynummer, sfeervolle kampvuurviool. Het intimistische 'Raglan', echt een klassiek nummer voor de Woodstockgeneratie. Akoestische gitaar, banjo, gracieus afgesloten met folkviool. 'Two Little Birds', een andere aangrijpende uitgeklede song met eenvoudige snarenspinsels en tere pianotoetsen. Grace in verwarde zielsverscheuring. Net zo, 'This Day in May'. Het gestripte slotnummer 'Fly a Kite' is louterend, opgesmukt met beperkte elektronica, het kale snerpen van die zeldzame theremin.
Grace Cummings' kleurrijke kunst is dan misschien wat moeilijk klassificeerbaar, met haar overtuigend talent weet ze toch iets schijnbaar conventioneels te combineren met een totaal nieuw en origineel geluid. Met eenvoud en passie maakt ze iets coherents, een briljant als 'Storm Queen'. Dit is echte voorgrondmuziek van een vaak in het duister grauwende zangeres met een echte, diep in emoties gravende ziel.
Ze kaapte ooit verbluffend haar eerste aandacht en dito platencontract met 'It's All Over Now Baby Blue', een onwaarschijnlijk doorleefde versie van Bob Dylan's klassieker. Enkel met die soberheid van stem en gitaar. Sindsdien was het juist verre van over, begon het te rollen, wenkt nu de volle straal van de schijnwerper. Zet ze dus straks ook maar in die Werchterse 'Suzanne Vega-tent'. Gegarandeerd, voor een queen als Grace lopen we massaal storm.
Grace Cummings - It's All Over Now Baby Blue