Ergens in de eerste helft van 2009 las ik een recensie over het debuutalbum "IDENTITY" van de Noorse band Airbag. Er werden veel vergelijkingen gemaakt met Pink Floyd en dat trok mijn aandacht. Nadat ik iets van het album beluisterd had, heb ik hem gekocht...en ik was meteen verkocht! Geweldige muziek, sferisch, melodieus en het gitaarspel was briljant.
Die snaren werden, en worden beroerd door Bjørn Riis. De op 4 maart 1977 geboren gitarist en vocalist bleef indruk maken op de albums van Airbag die volgden. Zijn Floydiaanse sound vermengd hij met stevigere riffs, waardoor het geen kopie is van David Gilmour. Riis heeft absoluut een eigen stijl ontwikkeld en die vind ik erg mooi. Na nog twee albums met zijn band te hebben gemaakt, "ALL RIGHT REMOVED" uit 2011 met het fenomenale "HOMESICK I-III" en "THE GREATEST SHOW ON EARTH" in 2013, vond Riis het tijd om een solo album te maken. De vraag was of de stijl veel zou afwijken van die van Airbag. "LULLABIES IN A CAR CRASH" verscheen in 2014 en de stijl van dat album lag in het verlengde van zijn band. Persoonlijk vind ik dit nog steeds zijn beste solo plaat, vooral "STAY CALM" is een juweeltje. In 2017, nadat in 2016 de vierde Airbag plaat verscheen, "DISCONNECTED", bracht Riis solo album #2 "FOREVER COMES TO AN END" uit. Persoonlijk vind ik dit een minder schijfje, de songs blijven minder hangen. In 2019 bracht hij "A STORM IS COMING" uit, met het geweldige "STORMWATCH". In 2020 kwam er ook nog een nieuwe Airbag, "A DAY AT THE BEACH" en je kunt concluderen dat Bjørn Riis een creatief en zeker een actieve muzikant is. In 2018 bracht hij ook nog een EP uit, "COMING HOME", wat het totaal aan releases op zeven brengt in acht jaar tijd, solo en met Airbag.
Die zevende is zijn vierde solo album "EVERYTHING TO EVERYONE", ruim 50 minuten muziek en zes tracks die variëren van vier en een halve minuut naar ruim dertien minuten. Het album gaat van start met het instrumentale “RUN”, dat stevig begint, waarna een rustig middenstuk volgt, om tegen het einde met een overstuurde gitaarsolo af te sluiten.
Het ruim 11 en een halve minuut durende “LAY ME DOWN” begint rustig, ingetogen zang van Riis en wat volgt is een typische Bjørn Riis track. Mooie samenzang gedeelten, instrumentale intermezzo’s en natuurlijk gaat hij helemaal los als hij soleert. Ook in dit nummer zit een iets steviger tussenstuk, waarin het tempo ook omhoog gaat. Normaliter zijn de songs van Riis midtempo, maar in dit nummer gaat het gaspedaal dus even naar beneden. Er zit ook weer een ruigere gitaarsolo in, gaaf!. Daarna volgt een rustig deel en als de drums weer invallen komt de melodielijn van het eerste deel terug, dit keer zonder zang.
“THE SIREN” is een prachtig, beklemmende track. Midtempo, sombere zang en na zo’n vier minuten volgt een geweldige Floydiaanse gitaarsolo. Ik vind dit een absolute topper.
Het ruim dertien minuten durende “EVERY SECOND EVERY HOUR” is het langste nummer van “EVERYTHING TO EVERYONE”. Lekker pakkend tempo, de zang van Riis is niet geweldig, maar past perfect bij de muziek. Het is een dreigende, soms hypnotiserende track, waar in de refreinen weer die licht overstuurde gitaarsolo’s te horen zijn. De riffs zijn heerlijk, de melodie mooi en er zitten genoeg momenten in, die je dichter naar de luidsprekers doet gaan. De gitaarsolo in het laatste deel maakt het geheel op passende wijze af…briljant!
Het instrumentale “DESCENDING” is een track die niet zou misstaan in een duistere Scandinavische krimi. Een nummer met afwisseling en een bijzonder middenstuk.
Het titelnummer is het slotakkoord en in zeven en een halve minuut laat Riis nog één keer horen waar hij goed in is. Liedjes maken die niet in een paar minuten zijn kwaliteiten prijsgeeft. Je moet ervoor gaan zitten, het over je heen laten komen en dat geldt ook “EVERYTHING TO EVERYONE”, met een rustige opbouw, samenzang met zangeres Mimmi Tamba en vanaf minuut vier gaat het weer los. Gitaarsolo die kippenvel bezorgt, een steviger deel en een laatste 25 seconden die je doet verlangen naar meer.
Bjørn Riis laat niet veel nieuws horen, al zou je de stevige passages daar wel onder kunnen plaatsen. Als referenties zou je Pink Floyd en Porcupine Tree kunnen aanvoeren, maar het is eigenlijk ‘gewoon’ een echt Bjørn Riis album, want hij borduurt voort op hetgeen hij tot nu toe heeft neergezet als solo artiest. Dit album staat wat mij betreft op hetzelfde niveau als voorganger “A STORM IS COMING” en is dus volgens mij weer een kwalitatief hoogstaande plaat geworden, die tegen het einde van het jaar zal meedingen naar een plekje bij de beste tien albums van 2022. Of die dat redt is afwachten, het jaar duurt nog lang, maar tot die tijd zal ik regelmatig genieten van vooral die geweldige gitaarsolo’s van deze bebaarde Noor.