Van Krisiun weet je al bijna 25 jaar wat je kunt verwachten. Het Braziliaanse trio vuurt met enige regelmaat albums op de wereldbevolking af vol met verwoestende deathmetal. Ze worden er nooit moe van. En ik eigenlijk ook niet. Elke keer ligt er weer een kwaliteitsplaat op tafel. En dat is met album nummer twaalf niet anders.
De openingstreffer Sworn Enemies heeft wat tegendraads gitaarwerk waardoor Krisiun wat meer richting technisch georiënteerde bands als Cephalic Carnage en Cryptopsy lijkt op te schuiven. Maar met de navolgende nummers valt men weer terug in de meer bekende maar niet minder destructieve patronen. De gortdroge productie maakt dat het allemaal klinkt en voelt als kauwen op een kilo kiezelstenen die met wrede kracht in je mond gepropt is.
Vooral het nietszontziende Tomb Of The Nameless valt op met zijn schuimbekkende agressie. Aan rustpuntjes heeft Krisiun geen boodschap. Een verzachtend of sfeervol intro dient altijd als opmaat naar gewelddadige salvo's die op volle oorlogsterkte losbarsten. No holds barred.
Dan kun je erover zeuren dat Krisiun net als zoveel van dit soort deathmetalbands zo lang hetzelfde blijft doen. Maar daartegenover staat dat deze gasten niet aan metaalmoeheid lijken te lijden en dat alles nog even hard spettert als een kwart eeuw geleden. En ik beken natuurlijk dat ik er met mijn bekrompen geest niet aan moet denken dat Krisiun ooit een soort Wolverine Blues, Roots of een Heartwork gaat maken.