Hoe overleef je nadat je megasuccesband Boston op pauze is gezet? Gitarist Barry Goudreau
debuteerde "solo" in 1980 met onder meer zanger Brad Delp aan zijn zijde, eveneens van Boston. Als platenmaatschappij Epic korte tijd later de band laat vallen, maakt hij een doorstart.
De twee vormden Orion the Hunter. Bij het verschijnen van
Orion the Hunter in 1984 is Delp terug bij Boston, maar zanger en gitarist Fran Cosmo is gebleven. Daarbij is de Canadese drummer Michael Derosier toegetreden, voordien gedurende zeven albums bij Heart op de loonlijst. Delp is desondanks aanwezig op het album als co-componist en achtergrondzanger.
Het zijn echter de stem van Cosmo en het songmateriaal die maken dat de enige plaat die de band uitbracht niet lijkt op Boston, in tegenstelling tot de “voorganger”. Dit is namelijk aor, ietsjes anders dan Goudreau voorheen maakte. Soms is de muziek stevig, soms is het popachtiger. Dat laatste geldt voor
So You Ran,
Too Much in Love en
Joanne.
Opnieuw produceerde Goudreau zelf. Hoorbaar is dat de techniek van 1984 tot een voller geluid heeft geleid, waarbij hij bovendien voor het eerst keyboards gebruikte. Derosier gebruikt elektronische toms, typisch voor die tijd, een inmiddels ouderwets geluid dat ik echter erg fijn vind.
De beste nummers zitten in het eerste driekwart van de plaat; mijn überfavoriet is het bombastische
Dreamin’. Dik okay zijn de powerballade
Dark and Stormy over de komst van de herfst en een verloren liefde, het uptempo
Stand Up en het eveneens vlotte
Fast Talk met een sterke melodie in de brug.
Ik vind dit gemiddeld net iets beter dan Goudreaus soloalbum, bovendien voller klinkend. Desondanks blijft alleen
Dreamin’ echt hangen, mogelijk omdat de stem van Cosmo me niet pakt: ik mis Delp! Gelukkig duurde het nog maar twee jaar voordat deze bij Boston nieuw werk uitbracht.
Momenteel niet op streaming te vinden, YouTube uitgezonderd. Een must voor fans van adult oriented rock, zelfs al ben ik gematigder qua enthousiasme. 3,5 ster.