Bush, de Britse tegenhanger van de ''houthakkerscene'' uit Seattle. Met Rossdale als uithangbord ploeteren de heren nu al drie decennia voort. Zeker halverwege de jaren 90 kon de band bogen op een zekere reputatie op het oude continent. In de slipstream van enkele bekende acts uit het alternatieve Amerikaanse circuit scoorden de heren enkele hits. De band brengt nu met de regelmaat van de klok platen uit die niet aan mij zijn besteed. Rossdale heeft an sich geen slechte stem maar ervaar ik wel als dodelijk saai, hetzelfde kan gezegd worden van The Art of Survival. Bush is al nooit de meest vernieuwende of inventieve band geweest en dat hoeft ook niet, maar het songmateriaal klinkt mij allemaal zo formule matig in de oren dat albums aanvoelen als gerechten zonder smaakvolle ingrediënten. Het gebrek aan eigen smoel, durf en variatie maakt dat Bush nooit enige indruk op mij maakt. En dat is jammer, de heren hadden wellicht een eigen Europese positie op de alternatieve ladder kunnen claimen, maar men heeft naar mijn gevoel de boot gemist. De wat magere compositorische kwaliteiten zullen daar ook mede debet aan zijn geweest.