Bij Laurie Anderson moet ik qua persoon, uiterlijk en uitstraling denken aan Palmen; beide stonden trouwens een tijd in de schaduw van een dominante partner, die alle aandacht opzoog; bij de een heette die Ischa Meijer, bij de ander Lou Reed.
O Superman kende ik van de radio, volgens mij stond deze zelfs ooit in de Top 100 Aller Tijden; een stomvervelend lang gedreun, meer kon ik er niet van maken.
Nu kan ik het een stuk beter waarderen, maar vind het absoluut niet het sterkste nummer op Big Science.
From The Air doet mij aan een ander nummer denken, de pompende blazers hoorde ik ook bij Nick The Stripper van The Birthday Party, maar ik dacht dat Big Science ouder zou zijn, blijkt dus niet het geval te zijn, maar in deze periode werd de saxofoon regelmatig in de wave muziek gebruikt, dus dit hoeft niet afgeleid te zijn geweest van de band van Nick Cave; hier ademt het wel meer, en neigt het zelfs naar popmuziek.
Het titelnummer gaat meer de diepte in, en is grimmiger; duister bijna.
Qua sfeer komt de plaat dicht in de buurt van popdichter Anne Clark, maar het depressieve geluid zit aardig in de lijn van Patti Smith.
Waarschijnlijk komen beide namen ook in mij op vanwege het verhalende element.
Zelfs raakvlakken met Kate Bush zijn hoorbaar, maar Kate kleurt meer binnen de lijntjes, en Laurie zet zelf de lijnen uit; met dikke onuitwisbare viltstift.
She Paint It Black, niet zo maniakaal als Nico in haar heroïne periode, maar meer op een kunstacademie methode.
Bijna abstract, maar dan weer niet zoals David Byrne bij Talking Heads te werk ging, al denk ik dat de artiesten elkaar wel kunnen begrijpen en waarderen.
De eerste luisterbeurt maakte Big Science al veel indruk, nu wordt hij elke keer beter, ik ontdek er steeds meer lagen in.
Ik ga mij toch in meer werk van haar verdiepen, deze bevalt al erg goed.
Zelfs liefhebbers van de latere Radiohead kan ik deze aanraden.