basketballerke
Wat Phideaux hier tentoonspreid gaat me echt te buiten. Vele vergelijkingen heb ik getracht te zoeken, en dan kom ik nog het dichtst bij Genesis uit, misschien zelfs nog een héél klein beetje Jethro Tull, maar denk dat niet voor lang. Dit Amerikaanse gezelschap (ja, het moet gezegd worden, Amerikaans) gaat uiteindelijk toch zijn eigen weg op Doomsday Afternoon: Groots, Episch, Filmisch en vooral zeer sfeervol zijn de woorden die opkomen bij dit album.
Het avontuur wordt gelijk met een groots nummer geopend. Micro Deathstar hakt er gelijk flink in, en geeft al veel prijs van de opbouw van het gehele album, orgineel, apart, groots en verassend.
Maar hier begint het dan nog maar net. Met de volgende drie nummers heb je wat mij betrefd hier het beste gedeelte in handen. Het begint met de eerste Doctrine of Eternal Ice, waarin allerlei invloeden uit andere culturen te vinden zijn en de instrumentatie ook erg breed is.
Candybrain is dan zelfs het allermooiste wat op deze plaat te vinden is, spannend begin, met een geweldig al genoemd orgelriedeltje, héél, héél erg mooi.
Met zijn korte lengte zou je Crumble haast wat anoniem aan je voorbij laten gaan, maar sprookjesachtiger dan dit ben ik maar weinig tegengekomen, alsof ik door de straten van een middeleeuwse stad midden in de nacht loop, de kaarsen in de huizen brandend e.d., onbeschrijflijk mooi.
De tweede Doctrine of Eternal Ice is dan weer een wat langer nummer, waar de grootsheid van dit album weer vaak duidelijk naar voren komt. Prachtig staaltje sfeerbouwen, wat dit gezelschap briljant kan.
Met Thank You for the Evil heb ik dan nog de meeste moeite op dit album. Waar dit album juist heel progressief is en de ene wending na de andere heeft, blijft dit nummer eenzelde ritme aanhouden. Niet slecht, maar niet veel nieuws onder de zon, niet verassend, dat wat dit album juist zo mooi maakt.
Dan volgen weer twee meesterlijke korte nummers, A Wasteland of Memories begint met mijn alom geliefde dwarsfluit, strijkers en blazers, en doet heel erg filmisch aan.
De tweede Crumble is dan weer bijna net zo mooi als de eerste, het piano-loopje is weer precies hetzelfde, alleen wordt er nu nog gezongen. Nog vergeten te noemen trouwens, dat beiden hier erg mooi kunnen zingen, maar mevrouw nog het mooist.
Formaldehyde doet me dan nog het meest aan Genesis denken. Een groots lang nummer weer, met de dwarsfluit en de typerende Genesis synth-klanken. Sterk opgebouwd nummer, voor de zoveelste keer, waarbij vooral de laatste twee minuten heerlijk zijn.
Een avontuur als dit krijgt dan een toepasselijk eind. Nog een laatste epos, met de naam Microdeath Softstar. Prog/symfo rock op z'n allerbest hier, waar vooral het moment dat de gitaar uithaalt rond 6,5 minuten briljant goed is, maar sluit daarbij de rest niet uit, meer dan geweldig allemaal.
Nou heb ik hier wel wat geprobeerd te beschrijven, maar een plaat als deze is een typisch voorbeeld van voelen, beleven. Avontuurlijker dan dit kom je heel weinig tegen, en iedere prog/symfo liefhebber die zichzelf een beetje serieus wil nemen moet dit wel een keertje gehoord hebben dacht ik zo. Ik had de hoop dat mijn top10 eindelijk een beetje solide aan het worden was, maar Doomsday Afternoon zou er zo nog inkunnen, maar wat moet er nu uit...