De nieuwe Baldrs Draumar heet
Njord. Het is hun tweede akoestische, waarmee valt te constateren dat de Friezen de laatste vier albums om en om elektrisch en akoestisch werk uitbrengen. De metalband maakt dus wederom een album dat ook geschikt is voor degenen die niet van scheurende gitaren houden.
Njord wordt net als de vorige albums in eigen beheer uitgebracht; gezien de constant hoge kwaliteit van hun werk vraag ik me af waarom ze niet bij een groot label zitten. Dit kan zich namelijk meten met de top van metal en tevens folk. Het verdient betere distributie en een degelijke (inter)nationale tournee.
Van de vorige drie albums vertelden twee een verhaal en ook
Njord is een conceptplaat. Hier wordt verteld hoe Friezen in de vroege Middeleeuwen besloten het Frankische zuiden de rug toe te keren en noordwaarts te varen, waar de Noordzee toen al een drukbevaren kruispunt tussen (het huidige) Engeland, Schotland, Noorwegen, Denemarken, Duitsland, de Lage Landen en Noord-West Frankrijk was.
Het zwart-witte boekje bevat naast de teksten prachtige tekeningen van de Tsjechische kunstenaar Jakub Vaniš. Ze helpen het verhaal te begrijpen van degenen die de Noordse mythologie eerden en zich verwijderden van het geloof dat met de Franken meereisde. Af en toe waan ik mij in de stripverhalen van
Thorgal Aegirsson, maar dan in een Friestalige versie waarin hun "drakenskûtsjes" de grijze zee bevaren.
De muziek mag akoestisch zijn, de uitvoeringen laten er geen misverstand over bestaan dat de vier een steviger muzikale achtergrond bezitten. In het titellied dat het album aftrapt, wordt zelfs bescheiden gegrunt. Idem in
Sieletocht.
Maar geen blastbeats of gitaarsolo's. Op
Thús op See,
Jûl en
Fan Keardel en Skiep klinkt daarbij melodieuze Keltische folk. Banjo, accordeon, fluit, viool en andere instrumenten bieden variatie op de akoestische (bas)gitaar en percussie, de zang is wederom passievol en gepassioneerd. Bij
Akraberch, sowieso een pareltje van een lied, verscheen een sfeervolle
clip, zo te zien bij de Waddenzee gefilmd.
Voor een volgend album zou het wellicht leuk zijn om de metalen kant met de akoestische te combineren. Kan volgens mij een ijzersterke mix opleveren. Voor nu is het genieten van
Njord in al zijn niet-elektrische schoonheid.