Jammer dat de generatie die deze plaat nog echt in die tijd kon ontdekken hier langzaam maar zeker lijkt te verdwijnen : van de elf voorgaande schrijvers zijn er hier nog maar drie actief (van de overige acht hebben drie zich in 2016 uitgeschreven, twee zijn "niet meer actief op de site", en drie hebben MusicMeter al sinds 2007 resp. 2012 niet meer bezocht). Plus al bijna zes jaar hier geen bericht meer gepost...
Zelf was ik indertijd veel te jong om dit te kunnen hebben meegekregen, maar bij mijn speurtocht van de afgelopen jaren door de symfonica, psychedelica en elektronica van de late 60s en vroege 70s kwam ik onvermijdelijk bij Group 1850 uit. En wat bevat dit veel van de elementen waar ik inmiddels zo van ben gaan houden : gevarieerde en soepele drums, een lekker basgeluid, een passende donkere stem, een mooi Floydiaans zeurorgeltje dat ook wel aan de Canterbury-sien doet denken, en een gitaargeluid dat ik vooral met de dominante sound van Erik Brann op Iron Butterfly's
In-a-gadda-da-vida associeer. (Andere mensen noemen ook Hawkwind en de Mothers of Invention, maar beide bands ken ik te weinig om met die vergelijkingen iets te kunnen.)
(Zijpaadje : merkwaardig genoeg roept dit bij mij ook associaties op met de totaal obscure band Herbie & the Royalists, een funk-soul-band die in 1968 één elpee uitbracht,
Soul of the matter, een plaat die ik op onverklaarbare wijze in mijn bezit heb gekregen en die daar op even onverklaarbare wijze ook weer uit verdwenen is. Om dat laatste ben ik nooit echt rouwig geweest, want voor zover ik mij herinner waren dertien van de veertien nummers vrij matige funk-soul-rock-nummers, maar het veertiende nummer sprong er toch wel uit : de afsluiter van kant 1, een bijna vijf minuten lang instrumentaal nummer getiteld
Lost voyage met doorwerkende drums, een wandelende bas, een creepy orgeltje en ook weer zo'n Erik Brann-gitaar. Het nummer paste net zo goed bij de rest van het materiaal als
Smells like teen spirit op een album van Vera Lynn, maar ik ben het nooit vergeten. Deze alinea heeft verder weinig met Group 1850 te maken, maar wie hem toch heeft gelezen en ooit nog dat nummer tegenkomt... spits de oren.)
Hoe dan ook, de totaalsound en de compositorische insteek van
Paradise now zitten hélemaal in mijn straatje, en ik neem dan ook diep mijn hoed af voor de eerste drie nummers (heeft het slot van
Hunger iets te danken aan dat van de Creedence-versie van
Suzie Q ?) en
?! (mooi slaggitaarpatroon), maar de drie kortere nummers die de rest van "vinylkant 1" vullen zijn te kort en te vaag om veel indruk te maken. Het lange slotnummer is een verhaal apart : wonderbaarlijk hoe die zangstem op die Hendrix lijkt, en door de lengte van het nummer, het bluesy formaat en het vele gitaarwerk wordt de associatie met
Voodoo chile (de lange versie) nog versterkt, maar net als bij dát nummer zit hier toch te weinig vlees aan om mij de volle elf minuten te kunnen boeien, en die drumsolo laat mij totaal koud.
Kortom, ik kan me heel goed voorstellen wat een enorme impact deze plaat een halve eeuw geleden moet hebben gehad, en vanwege de sympathieke opzet en de fraaie sound zou ik hem ook graag beter willen vinden dan nu eigenlijk het geval is. Misschien kruipt na nog vele malen draaien de appreciatie voor de mindere stukken in de loop der tijd meer in de richting van mijn waardering voor de eerste helften van beide vinylkanten, maar voorlopig begin ik met een voorzichtige ***½.
En om nog even terug te komen op de eerste alinea van dit bericht : zijn er hier nog gebruikers die mij kunnen vertellen hoe het zit met de kwaliteit van déze compilatie :
The golden years of Dutch pop music ? Niet op MusicMeter aanwezig, maar hij lijkt vrij compleet qua studiowerk. Of moet ik wachten op de 8-CD-box die volgens een artikel in de Volkskrant van 23 mei jongstleden in november schijnt uit te komen? (Maar ja, als die net als de box van de Motions ook al binnen een paar dagen uitverkocht zal raken...)