"And those that create out of the holocaust of their own inheritance anything more than a convenient self-made tomb shall be known as 'Survivors'."
- Citaat uit het artwork van The Survivors' Suite
Keith Jarrett is een artiest met een veelzijdige carrière. Zijn beroemdste werk is dat als solopianist. Jarrett smeedt daarin kolossale live-improvisaties waarin hij zijn virtuositeit met verve tentoonspreidt, maar vooral betovert met prachtige melodieën en een lyrische, onophoudelijke stroom aan muzikale ideeën en variaties. De twee meest geslaagde exponenten van dit solowerk zijn wat mij betreft Solo concerts: Bremen/Lausanne en uiteraard The Köln concert, waarvan de laatste met afstand zijn beroemdste werk is.
Hiernaast is Jarrett (vaak kortstondig) actief geweest in ensembles van bijvoorbeeld Art Blakey en Miles Davis, heeft hij een keur aan klassieke pianostukken vertolkt, en heeft hij, bovenal, een aantal ensembles geleid. Het begon eind jaren '60 met zijn trio met bassist Charlie Haden en drummer Paul Motian. Verder heeft hij in de jaren '80-'90 ook veel werk opgenomen met zijn Standards-trio (Jack DeJohnette op drums en Gary Peacock op bas), maar helaas nam dit trio zelden nieuwe muziek op en werden, zoals al uit de naam is op te maken, voornamelijk live-opnames van standards uitgebracht.
Jarrett heeft in zijn loopbaan twee kwartetten geleid, één Amerikaans, één Europees. The survivors' suite is een opname van zijn Amerikaanse kwartet, eigenlijk een uitbreiding van zijn 60's-trio met Haden en Motian, nu versterkt met tenorsaxofonist Dewey Redman.
Het 49-minuten durende stuk, opgedeeld in twee tracks, Beginning en Conclusion, begint met Jarrett op basfluit, al snel vergezeld door percussie van Motian en Redman, waardoor er een Afrikaanse, rituele sfeer wordt opgebouwd. Na zo'n viereneenhalve minuut komt het stuk voorzichtig in een stroomversnelling nadat eerst Haden zijn bas het eerst werk laat doen en vervolgens Redman op tenor- en Jarrett op sopraansaxofoon na zes minuten een fraai melodieus motief ten gehore brengen, dat in de zes minuten daarop tot een lyrisch hoogtepunt wordt gebracht. Na achteneenhalve minuut komt dan eindelijk de piano het crescendo aanvullen, en een prachtige solo van Redman leidt tot de finale van de eerste beweging van Beginning. Het prachtige contrapunt in dit stuk is werkelijk oorstrelend te noemen.
Was het stuk tot dusver nog minutieus gecomponeerd en zorgvuldig uitgevoerd, hierna wordt er langzaam wat meer geïmproviseerd, te beginnen met drie fraaie solo's van respectievelijk Jarrett, Redman en Haden. De textuur van het nummer verandert iedere drie minuten wel, maar de muzikanten laten de verschillende stukken mooi naadloos in elkaar overlopen. Na eenentwintig minuten volgt, zo lijkt het, een spetterende inleiding van het slotstuk van de eerste track. Maar al gauw worden de gemoederen weer gesust met een lange, ingetogen solo van Jarrett (vier minuten), waarna Haden heel rustig het nummer naar zijn einde werkt.
Conclusion begint ontzettend chaotisch met een echt stukje free jazz, een heel verschil met wat we tot nu toe gehoord hadden. Redman soleert vol passie en Motian, die in het eerste stuk nog erg gedisciplineerd en in dienst van de rest speelde, krijgt na een minuut of drie ook zijn eerste solo. Dan, ineens, ontspringt uit de chaos een prachtige, hartverwarmende pianosolo van Jarrett, die wel zeven minuten aanhoudt. Wederom valt op hoe geweldig deze groep elkaar aanvoelt en aanvult. Redman neemt vervolgens het stokje van Jarrett over. De pure passie en inspiratie waarmee gespeeld wordt is echt een lust voor het oor.
De finale die zo rond zeventieneneenhalve wordt ingezet is één van meest briljante muzikale ontknopingen die ik ken. Woorden schieten me eigenlijk tekort om deze prachtige stroom van geluid te beschrijven, waarin alle voorgaande stukken lijken te convergeren tot een adembenemend slotstuk. In één woord: Kippenvel!
Jarrett's solo's zijn zeer fraai, maar wat op deze plaat vooral opvalt is hoe goed zijn compositie wel niet in elkaar zit. De langzame harmonische en melodieuze ontwikkelingen geven het stuk extra intensiteit, en naadloos wordt vurige free jazz afgewisseld met ingetogen stukken. Het resultaat is een werk dat bijna alles te bieden heeft wat het hartje van een jazzliefhebber maar begeert: passie en intensiteit gecombineerd met schoonheid, subtiliteit en inspiratie. En daarom gaat dit werkje nu maar eens doen waar ik het al een poosje toe in staat achtte: mijn top 10 betreden.
P.s. Mag ik trouwens nog even aanstippen dat van de 13 stemmers, er maar liefst 4 top-10-noteringen bij zitten? Indrukwekkend...