Ik beluisterde dit album voor het RYM top-250 review topic – anno augustus 2022 was dit RYM #211
Waar Gang of Four de eerste plaat in de RYM-lijst was waar ik artiest en hoes enkel van naam en kleur kende, heeft Duster hierbij de primeur van de eerste plaat waar ik op geen enkele manier ooit van gehoord had: artiest onbekend, album onbekend, hoes doet geen belletje rinkelen. Althans, geen belletje van herkenning, want kijkend naar de hoes zou ik een ambient- of art-rockplaat in de trant van Tarentel of Tortoise verwachten. Niet compleet fout, zo blijkt, maar toch pakt Duster mij stukken minder dan ik op basis van de verpakking gehoopt had.
Stratosphere is een duidelijke zondagochtendplaat en heeft vanaf de start alle ingredienten die je nodig hebt om je in een dekentje te wikkelen en je huis niet uit te komen terwijl het buiten miezert. Maar daarbinnen ligt de sound me eigenlijk amper. Saai, onprikkelend en net-niet-lelijk-genoeg gitaargeluid overheerst en staat in ‘plain’ vorm veel te centraal voor een plaat die zo sterk leunt op klank(kleur). Dat haalt me helemaal uit de sfeer die juist zo voorzichtig en doordacht gesmeden wordt. De gitaartextuur is erg nadrukkelijk aanwezig voor hoe weinig bijzonder deze hier is. Het dreutelt voort, heeft wel het tempo van een bespiegelende plaat maar niet de subtiliteit en klankkleur ervan. Op de rustpunten een soort Labradford zonder de spanning of schoonheid, een emotioneel vlakke variant op The Microphones / Mt Eerie in de actievere stukken. Laatstgenoemde is volgens mij ook een RYM-darling, maar als ik zie dat Labradford aldaar niet verder komt dan 10% van het stemmenaantal van dit gezelschap lijkt me dat serieus de omgekeerde wereld.
Tracks als ‘Docking of the Pod’, en ‘The Queen of Hearts’ zijn zo druilerig en middle-of-the-road binnen het type muziek – het is allemaal niet echt slecht of vervelend, maar het beroert me niet. Ook ‘Constellations’ sleept maar voort: ik houd enorm van dit soort minimalisme en teruggetrokkenheid, maar niet in de uitvoering van Duster blijkbaar. Traagheid kan zorgen voor spanning of introspectie, maar precies dat mis ik hier. De hele tijd die doodgewone en onmiskenbare gitaarsound. De titeltrack is het enige nummer waarvan ik opleef: interessant geluid, dat niet zo overduidelijk concreet en herleidbaar is naar zijn origine. Mooie textuur van hoge dichtheid die zijn titel eer aan doet, in prikkelend contrast staat met de drums, en daarmee de enige uitzondering op de druilerige en slepende sound die
Stratosphere domineert.
Als een plaat van dit type muziek, dat doorgaans helemaal mijn ding is, het schopt tot de RYM-250, zou dat een garantie voor succes bij mij moeten zijn, maar ik vind de plaat ook na verkenning in een stuk of zeven beluisteringen bij vlagen gewoon saai. Ik hoor hem liever dan veel andere muziek omdat hij precies op mijn smaakpalet aansluit maar ben verder niet erg omvergeblazen.
Stratosphere is een album dat precies in mijn straatje past, maar dat straatje wel heeft ontdaan van alle bomen, struiken en winkeltjes.
Hele krappe 3*