In de herfst van 1976 ging ik fanatiek naar popmuziek luisteren met een van mijn ouders geleend transistorradiootje. Het was in dat najaar dat in Londen punk losbrak, wat afgezien van enkele ronkende stukjes in (pop)media nog weinig effect in Nederland had. Veel onopvallender ontstond tegelijkertijd een ander genre: AOR, adult oriented rock. Daar merkte deze beginnende puber het jaar erop meer van op de enige popzender Hilversum 3 én op tv bij Toppop.
Ik maakte wekelijks een eigen Top 15. Deze noteerde ik in een oude agenda van mijn vader, luisterend naar de Nationale Hitparade op vrijdagmiddag met dj Felix Meurders. Mijn favorieten in 1977 waren de eurodisco van
Boney M en de hese meezingpop van
Smokie. Maar al spoedig begon ik scheurende gitaren ook interessant te vinden. En zo noteerde in dat jaar namen als Boston, The Babys en Foreigner.
Vanaf augustus 1977 klonk
Cold as Ice op de radio en ik was meteen verkocht. Prachtig intro (nog altijd!), bescheiden scheurende gitaren en veel melodie, gedragen door de vol-emotionele stem van Lou Gramm. De single haalde in oktober #10.
Aangezien ik was gericht op radio en hitparade, ging de elpee aan mij voorbij. Bovendien haalde deze in ons land niet de albumlijst.
Rond 1983 zou ik uit de bieb de Foreignerverzamelaar
Records lenen. Hierop staan onder andere de eerste single van dit album
Feels Like the First Time (voorjaar 1977 Tipparade in Nederland, te horen op de vroege vrijdagmiddag bij de NCRV, het liedje had ik gemist) en de met blazers opgeluisterde derde single
Long, Long Way From Home, die in Nederland zelfs de Tipparade niet had gehaald.
Was Foreigner indertijd mijn springplank naar steeds harder scheurende gitaren, de laatste jaren herwaardeer ik veel popmuziek uit de tweede helft van de jaren ’70. Aangezien het met streaming makkelijk is om die tijdreis te maken, kwam dit album vanzelfsprekend aan de beurt.
Het is een sterk album. Buiten de genoemde liedjes valt er veel meer te genieten. Zoals
Starrider en
Woman oh Woman, beiden deels door gitarist en bandbaas Mick Jones gezongen en gedrenkt in die typisch warme jaren ’70-sound met knusse koortjes. Ook
The Damage is Done,
At War with the World en
I Need You (B-kant van single
Cold as Ice) worden bij iedere draaibeurt beter, hier en daar klinkt een uitgebreide gitaarsolo.
De overige tracks zijn meer popgericht en nog altijd op niveau. Troeven van het album zijn naast die heerlijke stem van Gramm ook de toetsenpartijen met hun typische jaren ’70-geluiden. Ja duhuh, 1977, alleen de hoes al! Een groeiplaatje. Hoe vaker ik 'm afspeel, hoe beter hij wordt.
Het genre werd indertijd niet altijd begrepen: recensenten vonden de instrumentale stukken soms te beperkt. Maar dit was geen hard- of symfonische rock met muzikale spierballerij, het draait hier om de liedjes, de melodieën. Herkenbaarheid met een rockend randje. Ik vind het (weer) heerlijk.