Toen de Amerikaanse screamo band Circle Takes the Square hun eerste en vooralsnog enige album 'As the Roots Undo' uitbrachten, werd al gauw over een klassieker gesproken. Nochtans heeft de muziek weinig gemeen met het screamo genre. Akkoord, er zijn de typische vocalen, maar de klaarblijkelijke chaos en dissonantie eigen aan het genre zijn op dit album in een strak keurslijf gegoten. De nummers schijnen wel op het eerste zicht mengelmoezen zonder structuur te zijn, alles is duidelijk in functie van het geheel. Muzikaal gezien is dit album zonder enige twijfel een indrukwekkende prestatie. Vooral het drumwerk van Jay Wynne is bij momenten buitenaards, en de rijkheid aan gitaarriffs is verbazingwekkend. De productie - die trouwens uitstekend is - klinkt vrij ruw wat de gitaar betreft, de bas en de drums klinken dan weer dik en de vele lagen zang zijn helder en dynamisch. Het geeft Circle Takes the Square een eigenzinnige sound, die wonderwel werkt.
Het artwork is origineel en zéér mooi, maar niet zo duurzaam. Het is een soort uitklapbaar kartonnen doosje met blinkende opdruk (niet te vergelijken met de doffe afbeelding van op de site) waar aan de binnenkant het boekje is geplakt, met alle lyrics erin aanwezig.
'As the Roots Undo' is een los conceptalbum. Er valt niet meteen een duidelijk verhaal te onderscheiden, maar alle nummers horen samen onder een overkoepelende thema van zelfontplooiing en zelfrealisatie. Zoals ik in een eerder bericht al gezegd heb, staat in het boekje het volgende te lezen:
"In a nutshell the concept behind the songs was to document the different points on a path to self-realization. In our interpretation of this journey, the wanderer ends up essentially in the same place that he or she began, if not humbled and even more overwhelmed. In a sense the ending is somewhat tragic, but without experiencing all of the lows how can anyone ever appreciate the amazing subtleties that this world has to offer? And so, if the search for beauty and understanding is cyclical and unending, then at least we'll never stop experiencing the thrill of the hunt..."
De bevreemdende, literair/poetische teksten met wilde, beeldrijke metaforen worden aan een hoog tempo afgevuurd op de luisteraar, en smeken om meegeschreeuwd te worden.
De muziek zelf dan. De intro is een fluitend wijsje, met op de achtergrond een stortregen en een verre echo van zang. Het melodietje dat wordt gefloten komt later op het album nog enkele malen kort terug, als een easter egg verstopt tussen de honderden andere riffs die razendsnel de revue zullen passeren.
De betovering van de intro wordt dan abrupt doorbroken wanneer 'Same Shade As Concrete' begint.
Rejoice! Rejoice a noble birth! waarna een hemelse hel losbarst. Geschift gitaargeweld ondersteund door energiek en eigenzinnig drumwerk, met daaroverheen dubbele vocalen, mannelijk en vrouwelijk. Een chorus/verse structuur is in de verste verte niet te bekennen, enkel een odyssee van pseudo-filosofische gedachten. En hoewel de teksten quasi onnavolgbaar snel op de luisteraar afkomen, is het meezingkarakter ontzettend hoog. Verder kent de muziek net genoeg rustpunten om de aandacht vast te houden. De dynamiek is extreem, vooral het contrast tussen het engelenstemmetje van de bassiste Kathy Coppola en de uitbarstingen van gitarist Drew Speziale is een waar genot om te aanhoren. Op het einde komt er een doffe sirene opzetten, waarna in canon de finale wordt inzet.
There's so much hope buried underneath tragedy / it's the same shade as concrete.
Het stevige 'Crowquill' is het kortste nummer van het album - de intro buiten beschouwing gelaten - en is een showcase voor de drummer. Blastbeats, linear drumming, ... het passeert allemaal de revue. Eén van de meeste memorabele momenten van het album is zonder twijfel het moment waarop Drew zijn stem tot het uiterste drijft.
Gravity doesn't grant me the privilege of failure. Aan het eind zijn echo's te horen van het begin van het volgend nummer. Simpel trucje, maar ondergetekende vindt zoiets helemaal geweldig. 'In the Nervous Light of Sunday' stond op de EP uit 2002, en begint overweldigend hard, om dan halfweg voor de eerste lange kalme passage te zorgen op het album. Uitstekende samenzang van de twee vocalisten weer en dit gecombineerd met expressief
tribal drumwerk zorgen voor een eerste climax, waarna er nog een melodieuze instrumentale outro wordt aangebreid. Op zo'n moment is 'As the Roots Undo' mijlenver verwijderd van alles wat met screamo te maken heeft, en in de goede richting.
De outro gaat met een aanzwellend dissonant pianoakkoord over in 'Interview in the Ruins'. Het nummer begint met licht gitaarspel, zwevende piano - die een variatie op het wijsje uit de intro speelt - en het geluid van glasscherven die opgeveegd worden. De drums vallen in met een pulserende beat, waarna de gitaar en zang kortstondig uitbarsten vooraleer alles terug vervalt in een broeierig sfeerstuk van een op de achtergrond afgespeeld interview en desolaat aandoend gitaarspel. De zang is fluisterend, en terwijl de instrumenten één na één het zwijgen opleggen, wordt het mantra
"a murmur from the ruins echoes softly as the roots undo, and the branch becomes" in harmonie gezongen, tot en met het a-capella slot, adembenemend mooi.
De rustigste momenten op het album zijn die waar Circle Takes the Square inspiratie put uit de post-rock. Zo bijvoorbeeld ook de intro van 'Non-Objective Portrait of Karma', vier minuten sfeerschepping en subtiele opbouw die de vloer aanvegen met alles wat die andere screamo legende City of Caterpillar uit heeft uitgebracht. De aanzwellende bas en zang leiden naar twee chaotische minuten waarin de zang geleidelijk aan in de wanhoop verzinkt, om dan door een soort hemels engelenkoor ondersteund te worden voor de finale.
Deze review begint al danig uit de hand te lopen qua lengte, maar toch kan er nog zoveel gezegd worden. Over 'Kill the Switch' bijvoorbeeld, het langste en zwaarste nummer op 'As the Roots Undo' en min of meer het ultieme toonbeeld van het vakmanschap van Circle Takes the Square. De eerste minuut is wervelende screamcore, waarna zonder waarschuwing de ommekeer wordt gemaakt naar ambient, om een minuut later weer te ontploffen met een van de beste gitaarriffs van het album. Dan weer een kalme passage, waarbij de cleane zang wordt opgejaagd door het ratelende drumwerk... En toch is 'Kill the Switch' in al zijn chaoticiteit het enige nummer dat structuur vertoond. Riffs worden zowaar herhaald (!), er is zelfs een vage strofe/refrein structuur herkenbaar. Plotsklaps gaat een van die strofes over in een oorverdovend stuk:
I know it's all been done before, I want to do it again. De kernboodschap van het album, overgebracht met zulk een emotie dat weerstand bieden geen optie is. De laatste twee minuten zijn epiek ten top, met het ene meeschreeuwstuk na het andere.
This night our journey's through the dark. en natuurlijk de ultieme oplawaai:
As in sorrow, so shall ye weep, as in reason, so shall ye sleep.
Als 'Kill the Switch' de synthese van het album vormt, dan is 'A Crater to Cough In' the catharsis. De gitaar speelt opnieuw het openingswijsje dat zo'n 36 minuten eerder het album opende, waarna geleidelijk een instrumentale opbouw wordt bewerkstelligd die na dik vier minuten uitmondt in het laatste screamcore gedeelte (
Rejoice!). Na het uitputtende 'Kill the Switch' was die kalme intro welgekomen, maar eindigen doet het album dan toch op oorverdovende wijze, waarna in een fade-out de gitaar uitgeleide doet.
Hoewel het album als instrumentale versie zeker zou boeien, zit de sterkte van het album in de zang, die erg euh, ...
emotioneel is. De passie en creativiteit druipt eraf, en de intense dynamiek - van fluisterend praten naar over-the-top schreeuwen - zorgt voor een vrij fenomenaal 'episch vermogen', zonder dat de zanger en zangeres hun eigenheid verliezen. Alle facetten van het album - de thematiek, het geniale drumwerk, de chaotische riffs - passen in elkaar als een soort muzikale mozaïek. Desondanks is dit album niet voor iedereen weggelegd. Er wordt heel wat afgeschreeuwd, de muziek is abrupt en lijkt soms alle richtingen tegelijkertijd uit te willen gaan. Voor zij die niet schrikken van het geschreeuw is 'As the Roots Undo' een uniek album dat ongetwijfeld in de smaak zal vallen. Een terechte klassieker.