De 70's-prog-invloeden op de platen van de Flower Kings heb ik altijd alleen maar leuk gevonden, en gelukkig maar, want anders zou ik met Retropolis wel problemen hebben gehad. Met name de Genesis-invloeden overheersen hier, enerzijds wanneer ik regelmatig Tony Banks-achtige keyboards en een Steve Hackett-gitaar voorbij hoor komen, anderzijds door tekstuele verwijzingen, maar in het titelnummer komt ook Keith Emerson luid en duidelijk door, en de Yes-vibe is zoals altijd onmiskenbaar (dat slot van There is more to this world) maar nimmer storend.
Waar ik wèl moeite mee heb is een bepaalde mate van structuurloosheid van dit album. Alle progrock draait natuurlijk om het idee van aparte passages die binnen het grotere geheel van één nummer of songcyclus samengesmeed worden zodat zelfs contrasterende elementen gaan hermoniëren, maar voor mijn gevoel bevat Retropolis teveel nummers die als los zand aan elkaar hangen en waar de terugkerende melodieën en/of refreinen te weinig ruggegraat aan geven. Het titelnummer bijvoorbeeld maakt niet duidelijk waarom het als één geheel op de plaat is gezet, of waarom het niet vijf minuten langer of korter had kunnen duren – er komt gewoon geen dwingende gedachte uit omhoog, geen gevoel van éénheid, en dat geldt eigenlijk voor het meeste songmateriaal op deze plaat. Geen enkel nummer is echt slecht, maar in feite is elke track meer een toverdoos waar ik heerlijke glimmertjes uit pik dan een veelkleurig bouwsel waaraan elke melodie en elk instrument z'n steentje bijdraagt. Dat ik de plaat desalniettemin toch kan waarderen komt vanwege mijn liefde voor de muzikale insteek, de positieve instelling en de heerlijke gitaarsolo's (het slot van Flora majora!) van Roine Stolt, onderhand wel een beetje een held van mij; als hij op het laatste (en misschien wel beste) nummer "And after all it's good to be alive" zingt ben ik bijna geneigd om hem te geloven.
Grappig tekstje van Stolt in het boekje bij de CD, met een soort Broadway melody of 1974-achtige vignetjes van beroemde persoonlijkheden, alles onder het toezicht van "the Master of all Times, The Source of Wizdom, Gardener of the ever expanding Flower of Love". Maar de tijden veranderen en de humor van laatstgenoemde heeft een onverwacht serieuze wending genomen: "no-one is perfect, not even Michael Jackson!!"