Fantastische plaat die in mijn oren vooral
hard klinkt, niet in de zin van Ritchie-Blackmore-versus-Jon Lord-knallend maar omdat de totaalsound klinkt alsof elk geluidje voor maximale helderheid uit de groeven wordt geperst zonder dat dat leidt tot overmatige drukte of vermoeidheid aan de oren of een gevoel van over-produktie. Hoe het zware baswerk bijvoorbeeld vanuit
Spirits in the night en
Time is right omhoog dreunt, of het slag- en bekkenwerk op het sowieso al magnifieke titelnummer, dat brengt die nummers als het ware nog dichterbij en geeft ze een extra intensiteit. Ook los van die explosiviteit is dit echter een prachtig album zonder ook maar één matig nummer;
Fat Nelly vind ik de minste track, maar zelfs dat heeft nog zó'n "schwung" dat ik het niet slecht kan vinden, en verder begint de plaat al sterk en wordt daarna alleen maar beter, met
Visionary mountains en het titelnummer voor mij als hoogtepunten. Tevens subliem gezongen met een stem die (zoals
Bluebird hem op 15-10-2010 omschrijft) "cynisch, verhalend, zakelijk en dreigend" is en "uitstekend in het progrockplaatje van MMEB" past.
Wat dat dreigende betreft, ik zou
Nightingales & bombers vanwege de overrompelende arrangementen, de donkere solo's en de vele bijgeluidjes (zoals niet alleen de bommenwerpers maar ook het achterstevorene dameskoortje in het slotnummer) haast beklemmend noemen, maar dat gaat dan voorbij aan de levenslust die
musician in zijn bericht van 16-11-2018 bij
Solar fire noemt als belangrijk kenmerk van zowel dàt als dít album. Bizar dat Mann zèlf zich in het boekje bij de geremasterde uitgave uit 2013 herinnert dat "We really were reaching the end of where we knew where we were going. Towards the end of the album, we were thrashing around in the dark", want niet alleen hoor ik niets van die onzekere gemoedsgesteldheid terug, maar die twijfel heeft ook nog eens een album opgeleverd dat op mijn oren juist een enorm gefocuste indruk maakt.