Vanaf 1981 of '82 werd ik geleidelijk een grote fan van Thin Lizzy, vooral van hun albums vanaf 1979 (
Black Rose). De eerste drie met Eric Bell, 1971 - 1973, hebben hun sterke momenten, vooral op hun debuut en derde album. Echter, wat betreft de gouden jaren '74 - '78: in tegenstelling tot de lovende verhalen die ik daarover las, had ik juist met die studioalbums moeite.
Laat ik niet opnieuw verkeerd tellen, zoals ik laatst bij
Jailbreak deed.
Bad Reputation is het vijfde studioalbum in deze bezetting. Al vanaf de voorzijde wordt duidelijk dat de wilde levensstijl tot onenigheid had geleid. Brian Robertson was de avond voordat de band op Amerikaanse tournee zou gaan in een vechtpartij beland. De band moest nu eindelijk gaan doorbreken in het beloofde land, maar de verwondingen van Robertson torpedeerden de tournee.
Band en management waren woest op de Schot, die uiteindelijk weer in genade werd aangenomen. Goed kwam het echter niet meer: zijn gezicht mocht niet op de voorzijde van
Bad Reputation en in de studio voelde hij zich vervreemd van de anderen.
Ik kocht de plaat in de jaren ’90 op tweedehands vinyl bij de Grammophoonwinkel in Utrecht, toen nog in een lange werfkelder vol vinyl. Ondanks herhaaldelijk draaien wilde hij niet echt binnenkomen. De productie was dof en de muziek klinkt vooral vermoeid.
Natuurlijk zijn er lichtpuntjes, dit is het Lizzy van Lynott en Downey! Zoals bij
That’s Woman’s Gonna Break Your Heart, waar pauken klinken en het swingt met een fraaie melodie; maar die droevig-fatalistische tekst vond ik er dan weer niet bij passen. Daarnaast sprong
Southbound eruit, een aangenaam loom kampvuurliedje. Popsingle
Dancing in the Moonlight was geinig met zijn beschrijvende tekst, ik kende het van verzamelaars. Een mooie tekst heeft
Dear Lord, dat met zijn poëzie aan de Lynott van de eerste twee Lizzy-albums doet denken; bovendien een fraai engelenkoortje, gezongen door Mary Hopkin, de vrouw van producer Tony Visconti.
Maar nergens gaat het vlammen. Zelfs
Opium Trail, waarmee ik eerder had kennisgemaakt in de
versie van gitarist John Norum, viel tegen: die cover is veel energieker dan het origineel, waar de band klinkt als een tophardloper met de ziekte van Pfeiffer. Het idee is briljant, maar de mannen komen niet los.
Wat op streaming opvalt: de muziek klinkt hier zeker níet dof. Vinyl wordt nogal eens bewierrookt, maar dit klinkt stukken beter: bekkens, het engelenkoor van Mary, de hoge gitaartonen... Leve het remasteren! Desondanks weet ik nu zeker: geef mij maar de Lizzyalbums buiten hun gouden jaren; die pakken me op één na wél.