Indertijd weer zo'n middag dat ik bij mijn muziekmaat van school werd uitgenodigd om de nieuwe Michael Schenker Group te horen:
Assault Attack was net uit. Ditmaal geproduceerd door onze favoriete producer Martin Birch van het beste album ooit, Black Sabbaths
Heaven and Hell, zo vond ik toen. En misschien nog wel.
Nieuw waren zanger Graham Bonnett, die ik op
Down to Earth van Rainbow had leren waarderen, met drummer Ted McKenna die ik van het legendarische
Stage Struck van Rory Gallagher kende, terwijl toetsenist Tommy Eyre als gastmuzikant te horen was. Hij is eveneens te horen op het diezelfde oktobermaand van 1982 verschenen
Corridors of Power van Gary Moore, waarvan ik al één en ander op de Franse (WRTL, Wango Tango) en Britse (BBC, Friday Rock Show) had gehoord.
Birch paste gewoontegetrouw zijn productie aan aan de groep met wie hij werkte, zo het beste uit hen halend. Dus niet dat elke groep in zijn handen hetzelfde klonk, maar juist variatie in aanpak. Heel knap. In dit geval géén gitaarmuren maar een verrassend open klinkend, met warme bastonen vooraan in de mix en een heerlijk rond drumgeluid. Tegelijkertijd scheurde die Schenker weer melodieus als een malle. Derde troef is de stem van Graham Bonnett die zich perfect leent voor de ietwat lome zanglijnen met langgerekte noten.
Bij studioalbum 3 klopte alles, want troef 4 zijn de sterke nummers. Hierboven wordt gediscussieerd over wat nou de beste zijn, maar ik vind gewoon alles goed op het wat tuttige refrein van
Dancer na. Het paste bij een heel knap meisje in mijn klas met wie ik soms een eindje meefietste, dat helaas voor een balletopleiding naar het buitenland verhuisde...
Vooral
Samurai en
Desert Song zijn verrukkelijke oorwurmen, nu al meer dan 40 jaar lang regelmatig opduikend in mijn hoofd. De eerste met die prach-ti-ge melodie met dito tekst, de tweede met een heel spannend intro en opnieuw een prachtige zanglijn.
Chris Glen speelt melodieus en vult zo het open gitaargeluid op aangename wijze. Ted McKenna laat horen dat je niet de vertrokken Cozy Powell nodig hebt voor deze stijl; sterker nog, met deze composities vrees ik dat Powell diverse nummers had platgemept, waar McKenna juist ruimte laat.
De bijdragen van Tommy Eyre zijn spaarzaam maar vullen de muziek aangenaam. Hij is al meer dan twintig jaar geleden overleden, maar
dankzij gigage ontdekte ik dat hij hierna Wham! van de broodnodige instrumentale invulling heeft voorzien.
Niet iedereen kan uit de voeten met het afsluitende instrumentale
Ulcer, maar wat een sologitaarwerk klinkt hier met bovendien prachtige melodielijnen daaromheen. Schenker was én is een briljant melodieus gitarist. In Oor was Kees Baars eveneens
onder de indruk van dit collectief.
Dankzij vielip draait ie hier nu op vinyl, deze hoes wilde ik in het gróót. Ook ik vind dit tot op de dag van vandaag MSG's beste album.
Jammer dat Bonnett zo bizar snel werd ontslagen. Iets met alcohol, ruzie en een gescheurde gulp bij het
eerste optreden in deze bezetting. Mijn maat en ik lazen beduusd het nieuws... Ja mannenbroeders, draagt ten allen tijde een onderbokse!