December 1977 speelt de Schotse r&b-zanger Frankie Miller in het Londense Rainbow Theatre met tijdelijk gitarist Micky Moody in de groep, die gelijktijdig met zanger David Coverdale werkt.
Als gitarist Bernie Marsden de Rainbow binnenloopt, ontmoet hij de zanger. De twee kenden elkaar van een ontmoeting in München, waar Marsden werkte aan het
enige album dat PAL uitbracht en Coverdale zijn maatjes van Deep Purple opzocht.
In zijn biografie Where's My Guitar? (2020) vertelt Marsden dat Coverdale hem vraagt om de dag erna met Moody gedrieën de audities voor zijn nieuwe David Coverdale Band te doen. Marsden is iets eerder gevraagd door het management van Paul McCartneys Wings, maar dit blijft onduidelijk en Marsden neemt Coverdales aanbod aan.
Na vier dagen audities wordt Dave Dowle drummer en bassist Neil Murray (ex-
Colosseum II) komt erbij op initiatief van Marsden. Toetsenist/zanger Tony Ashton, ex-PAL, bedankt voor de eer, in plaats daarvan versterkt
Brian Johnston (door Marsden abusievelijk Johnson genoemd) de groep. In Coverdales appartement worden de eerste nummers geschreven, te beginnen met
Come On. De naam verandert hier naar Whitesnake.
Manager Joe Caletta weet voor zijn label Sunburst een distributiedeal met EMI te krijgen en in maart begint de eerste tournee met in de setlist een cover van
Ain't No Love in the Heart of the City, oorspronkelijk van soulzanger Bobby Bland. Diens tekst werd per ongeluk gewijzigd: Marsden dacht deze goed te kennen, maar vergiste zich...
Na afloop van het laatste concert van de tour wordt een dronken Johnston erg openhartig over de boezem van Coverdales vriendin. Hij wordt pardoes de bus uitgezet en voorlopig vervangen door Pete Solley, ex-Procol Harum.
Het is in deze bezetting dat de EP
Snakebite wordt opgenomen, waarop Coverdale kiest voor de bluesrock die zich in lichte mate op zijn twee soloplaten manifesteerde. In juni 1978, slechts drie maanden na Coverdales tweede soloplaat
Northwinds, verschijnt
Snakebite op fraai
wit vinyl.
In september verschijnt een elpee met
dezelfde titel, aangevuld met voornamelijk de tweede plaatkant van
Northwinds.
Ondertussen was de groep in mei begonnen met de opnamen voor het album
Trouble, om in juni hun eerste festival in het AZ '67-stadion in Alkmaar te spelen, uitgezonden op de Nederlandse radio (
luister hier) mét interview (lichtelijk versneld maar desondanks plezant),
daar te horen.
Met het witte vinyl van de EP, een nieuw album in de steigers én de elpeeversie van
Snakebite in aantocht is duidelijk dat de groep serieuze plannen had en hard werkte. De vier nummers druipen van de blues, gekleed in stevige gitaren met soms een vleugje boogie. Niet opzienbarend maar een volgende stap op Coverdales weg naar de top.