Held vind ik inderdaad een héld, zo enthousiast als hij in 2005 opkwam voor dit
Imperial Bedroom. Heb genoten van zijn bijdragen hierboven. Je wilde een reactie: bij deze.
Ik leerde Costello in 1977 en '78 kennen via zijn eerstelingen
My Aim is True en
This Year's Model. Nou ja, kennen... Ik las lovende stukjes en een enkele keer hoorde 'm op Hilversum 3, de enige bron voor popmuziek voor een prille tiener. Aangezien er maar drie omroepen waren die hem draaiden (VARA, KRO en VPRO) en er dus maar tweeëneenhalve dag kans was dat je Costello hoorde, kwam ik hem niet vaak tegen.
Natuurlijk werd meneer Costello geleidelijk ouder en bovendien was hij te te creatief om die platen te herhalen. Gelukkig maar. Ik vond het dan ook niet verrassend dat hij geleidelijk andersklinkende muziek ging maken, al was voorganger
Almost Blue wel heul erg onverwacht anders met alle country.
Toch was ik bang dat hij heilig vuur was verloren toen een jaar later Keizerlijke Slaapkamer verscheen. Mooie titel weer, dat voordeel kreeg hij van mij meteen in die zomer van 1982! Vijf, zes jaar na mijn eerste kennismaking met Costello was mijn Engels inmiddels verbeterd, waardoor dit soort poëzie mij opviel. Van recensenten las ik enthousiaste verhalen, zo was Bart Chabot in Oor
meer dan lovend (even scrollen voor een deel van de recensie).
Hitsingles leverde het nochtans niet op, via die weg kwam de nieuwe Costello niet binnen. Wel was de plaat een instant favoriet bij de "serieuze muziekfan", maar (sorry Held!) aan dat niveau kan ik kennelijk niet tippen. Costello's liedjes zijn bezadigder, waarbij ik de angry young Elvis node mis. Volgens Wikipedia hoorden diverse recensenten overeenkomsten met The Beatles. Tja, dan snap ik wel waarom ik afhaak: van die groep was ik nooit onder de indruk, hun muziek wist mij nooit bij de lurven te grijpen.
Drie liedjes springen er nochtans uit:
Shabby Doll lijkt wat meer op zijn werk tot en met 1980 en loopt al lekker vanaf het zweverige akoestische gitaartje in het intro met weemoedige new wave; .
..And in Every Home is aangenaam met de brassband en orkestrale begeleiding - is het daarom dat er Beatlesvergelijkingen worden gemaakt?;
The Loved Ones heeft een staccatoriffje dat me aan
London Calling van The Clash doet denken, lekker energiek met bovendien een heerlijke pianopartij.
En verder... kabbelt het door zonder dat ik ook maar iets van enthousiasme in mij bespeur. Het is niet slecht, maar ik mis de felheid van voorheen. Respect voor de man die zijn eigen gang ging en gaat, de veelschrijver die alweer een plaat met veel liedjes (deze keer vijftien) aanbood, degene die niet in de valkuil van herhaling van eerder succes viel en deze keer bovendien teksten schreef die vooral over hemzelf lijken te gaan.
Maar respect is wat anders dan geraakt worden. Dat word ik hier dus niet. Op naar opvolger
Punch the Clock, waar ik meer mee heb.