Met dit album heb je niks - of álles. Als ik de beoordelingen lees, dan is er nauwelijks een middenweg. Je vindt het een slaapverwekkende toestand, of je bent blij verrast door zoveel vakmanschap.
Chet Atkins (1924-2001) kunnen we niet wegpoetsen als zomaar iemand. Opgegroeid in country-hoofdstad Nashville Tennessee was hij al jong een gitarist en producer van naam, die platen opnam met o.a Perry Como, Elvis Presley en Jim Reeves.
Terecht zien we de man zittend op de foto, terwijl jongeman Knopfler ernaast mag staan. Neck aan Neck, de twee gitaarhalzen zijn aan elkaar gewaagd. Er spreekt veel wederzijds respect uit deze niet alledaagse samenwerking. En ze hebben er plezier in, dat hoor je er ook echt wel aan af. Er moet even niks, gewoon genieten van het samen musiceren. Geen druk om een hit te scoren of iets te doen waar ze geen zin in hebben. En met die gedachte ontstond dit heerlijk tijdloze (ouderwetse, dat mag ook) plaatje van 38 minuten. En heel goed opgenomen trouwens: klank, dynamiek, rust en ruimte van de hoogste klasse.
Heerlijk luisteren naar zoveel muzikaliteit. Voor de twee gitaarhelden geen duel, maar een prettige samenwerking. Voor de gelegenheid. Dat kon in 1990. Een jaar waarin zo’n beetje de wereldvrede uitbrak en er genoeglijk achterover geleund kon worden. Schommelstoelklanken? Vooruit, dat mag. Heel spannend is het allemaal niet, maar wel een prima worp. En dat in hetzelfde jaar uitgebracht als dat ándere bijzondere album:
The Notting Hillbillies - Missing... Presumed Having a Good Time (1990)