En plots bestaat Sparks. Het is een beetje moeilijk onder woorden te brengen, maar 'Kimono My House' heeft wat de twee voorgaande (nochtans meer dan behoorlijke) platen miste: het echte, onmiskenbare Sparks DNA. De speelsheid, de scherpte, de variatie, de melodie, ... Hier vinden de broertjes Mael hun essentie, die ze 45 jaar later nog altijd vasthebben.
Het is vanaf het begin er al boenk op met überklassier 'This Town Ain't Big Enough For the Both of Us' en 'Amateur Hour'. Allebei supercatchy vol met goede hooks, een stevig tempo en bizarre hoge zanglijnen. Meteen ook de twee beste nummers op de plaat, maar dat is zeker geen schande ('Amateur Hour' heeft zelfs dat grootste compliment mogen ontvangen waar je als muzikant maar van kan dromen:
een Scooter cover). Heel de A-kant is eigenlijk fantastisch; van de bombastische wals van 'Falling In Love With Myself Again" tot het theatrale, melodramatische 'Thank God It's Not Christmas'. Elk nummer heeft zijn eigen smoel, en elke smoel is even fantastisch.
En dat is denk ik het grootste verschil met de eerste twee platen: de melodie. Ik kan bijna elke titel in de tracklisting lezen, en ik hoor meteen de hoofdmelodie in mijn hoofd. Bonustracks 'Barbecutie' en 'Lost and Found' had ik op een gegeven moment slechts één keer gehoord, maar toen ik een week later door de tracklist ging kropen de refreinen meteen weer in mijn hoofd. En dat is toch een grote kwaliteit die op een handvol van de tracks van 'Sparks' en 'A Woofer in Tweeter's Clothing' ontbreekt.
Ook qua humor zet 'Kimono' meteen de toon voor de rest van Sparks hun carrière. 'Here In Heaven' gaat over een koppel met een zelfmoordpact, waarbij de tweede uiteindelijk toch terugkrabbelt ("Now I know why you let me take the lead"). Maar zo is elk nummer wel zijn eigen kortverhaal: de jaloerse familie van Albert Einstein, iemand die "we zullen afspreken aan de evenaar" iets te serieus neemt, of gewoonweg een cheesy liefdesliedje voor jezelf ("I bring home the bacon and eat it myself, here's to my health, hope that I am feeling well).
Muzikaal valt de B-kant een beetje plat tegenover de fantastische eerste helft. Maar ook in de twee zwakste nummers valt er tekstueel te genieten: 'Complaints' gebruikt het thema "just give it back, no questions asked" plots wel héél verrassend om een abortus te bespreken, en zelfs het matige 'In my Family' mag pronken met misschien wel de beste oneliner op het album "Gonna hang myself from my family tree". En net zoals de voorgaande platen eindigt het album op een hoogtepunt: het heerlijk lome, jazzy gelal van 'Equator', waar Russell Mael in zijn iconisch hoog stemmetje staat te croonen tegenover een (synth) saxofoon. Bizar, kitsch, en vintage Sparks.
Dusja, een gigantische stap in de juiste richting voor Sparks. Misschien is het allergrootste kritiekpunt wel dat bonustrack 'Lost and Found' zo goed is, dat het eigenlijk onwaarschijnlijk is dat ze die niet nog aan de 35 minuten runtime hebben toegevoegd. Maar als dat het grootste kritiekpunt is, weet je wel dat het goed zit.
+ This Town Ain't Big Enough for the Both of Us, Amateur Hour, Thank God It's Not Christmas, Equator
- In My Family, Complaints