Goed, het is tijd voor een serieuze recensie. Want mijn god, wat is dit de laatste dagen bij mij ingeslagen als een bom. U kent allen Spiderland van Slint wel, ooit top 10 materiaal bij mij (en nog steeds goed voor 4.5* trouwens). Slint is geen mooie muziek. Het is het soort geluid wat voor mijn gevoel helemaal niets voor mij is, waartoe ik me altijd even moet zetten vooraleer ik m ga luisteren. Maar als je daar dan toch aan begint, is het een emotionele schop onder je hol van jewelste. Slint maakt dan ook absoluut geen mooie muziek. Wel hele goede.
Wel, dit ging allemaal nog niet over deze eersteling van Mercury Rev, maar deze plaat roept ongeveer hetzelfde gevoel bij me op als Spiderland. Met een verschil: dit is ook nog mooie muziek
. Dit is een onbeschrijflijke adrenalinetrip, als ik nog eens een wedstrijd moet lopen gaat dit zeker mee. Deze plaat staat niet als een huis, maar als een wolkenkrabber, een Chinese muur, een wereldzee of een enorm Noors fjord. In alles is dit grotesk, overal zit geluid, bombasme, tempo.
Maar goed, een groots, bombastisch geluid produceren is nog niet zo moeilijk. Ik kom dan ook aan bij wat dit album - denk ik - zo interessant maakt. Het paradoxale is namelijk dat Mercury Rev ondanks die enorme geluidswallen toch niet in enormheid blijft hangen, maar inzoemt op het kleine van deze wereld (wereld ja, want dit is niet alleen een wereldplaat, maar ook een enorm wereldse plaat: sommige muziek geeft je het idee de ruimte in te treden, dit is juist heel aards).
De titel van het eerste nummer zegt wat dat betreft al genoeg: we volgen een bij. En ondanks dat het wereldje van die bij verschrikkelijk klein is in dat jampotje. Het ene moment staat het potje gewoon op het aanrecht, maar al snel zoemt ie er zo op los, dat het lijkt of ie vroeger in een ketel toverhoning is gevallen en met pot en al de hele wereld over gaat.
Of neem nou Sweet Odysee of a Cancer Cell, nog een slagje kleiner. Maar op microscopisch niveau is een menselijk lichaam weer reusachtig. Onze tumor-in-de-dop raast het hele lichaam door, fel op de huid gezeten door vijandige witte bloedlichaampjes.
Alles aan dit album blijft laag bij de grond, maar raast in sneltreinvaart voorbij. Alsof je met 1000 per uur vlak over de aarde raast. Natuurlijk levert het album af en toe - godzijdank - wel een rustpuntje. Zelfs de tgv stopt natuurlijk wel eens bij een station. Maar goed, dat lijkt allemaal zo vanzelfsprekend he, als je er naar luistert
... Intussen ben ik per luisterbeurt wel drie keer de wereld overgestuurd, zonder daarbij ook maar een detail, of dat nu een bijtje of kankercel is, te missen.
5* en inmiddels prominent in de top 10 (en ik ben de enige
)